Je bent gever en hebt onderstaande hand. Hoeveel punten heb je en wat open je?

Stap 1
Tel je vaste slagen

♠: geen (geen ♠ A en daarom geen vaste slag).
♥: geen (geen ♥ A en daarom geen vaste slag).
♦: 5 (♦ A H V B 10).
♣: 3 (♣ A H V).

In totaal acht vaste slagen.

Stap 2
Stel vast hoeveel slagen je tekortkomt

Je hebt acht vaste slagen en moet er negen hebben. Je komt er één tekort.

Stap 3
Bekijk in welke kleuren je slagen kunt ontwikkelen

♠: er is een kleine kans dat je in schoppen een slag kunt ontwikkelen. Hier is geduld en hard werken voor nodig; kijk eerst maar of het bij de andere kleuren eenvoudiger is.
♥: de tegenpartij ontwikkelt een slag voor je in harten. Leg in de eerste slag in de dummy een kleine harten en kijk wat er gebeurt. Er zijn twee mogelijkheden: oost legt als derde man een kaart die lager is dan ♥ B (in dat geval neem je de eerste slag met ♥ B) of hij legt een kaart die hoger is dan ♥ B. In dat geval leg je in je hand uiteraard een kleine harten. Daarna heb je dan nog ♥ V in de dummy en ♥ B 6 in je hand, terwijl oost-west slechts één kaart hebben die hoger is. Uit ♥ V B ontwikkel je dan een slag.
♦: geen ontwikkelslagen; alle slagen zijn vast.
♣: je hebt zeven klaveren samen met je partner. De tegenpartij heeft er zes. Zes kaarten zitten in (iets meer dan) één op de drie spellen 3-3 verdeeld. Als dat hier het geval is, heb je een derde kans om de kleine klaveren als lengteslagen te maken.

Stap 4
Kies je werkkleur
Je hebt niet echt een werkkleur. In een werkkleur ontwikkel je slagen. In dit spel heb je aan één ontwikkelslag genoeg en die ontwikkelt de tegenpartij voor jou in harten.

Het is hier vooral van belang in welke volgorde je de vaste slagen opraapt. Nadat je met harten aan slag bent, heb je vijf vaste ruitenslagen en drie vaste klaverslagen. Waar je bij het oprapen van je vaste klaverslagen goed op moet letten, is dat de klaverkleur blokkeert.

In principe werk je graag eerst één kleur helemaal af alvorens je op een volgende kleur overstapt. Dit geeft structuur aan je spel en zorgt ervoor dat je minder hoeft te onthouden. Deze aanpak is in dit spel niet mogelijk. Nadat ♣ A H gespeeld zijn, moet je via ruiten naar noord voordat je de derde klaveren kunt spelen. Let bij het spelen van de derde klaveren goed op of beide tegenspelers een klaveren bijgooien. Als dit het geval is, dan hadden beide tegenspelers drie klaveren en zijn de overige twee klaveren vrij geworden.

Je bedankt je partner voor de mooie dummy die hij neerlegt en gaat aan de slag met het stappenplan voor een sans-atoutcontract (ofwel SA-contract) uit EasyBridge.

West komt uit met een kleine harten (kleintje belooft plaatje) en de dummy gaat open. Je ziet:

Je hebt 17 punten (3 in ♠, 1 in ♥, 6 in ♦ en 7 in ♣) en een evenwichtige verdeling. Volgens Standaard Hoog, het biedsysteem dat je in EasyBridge (de nieuwe app van de NBB die je hier kan downloaden) wordt aangeleerd, open je dergelijke handen met 1SA. Open je deze hand met 1♦, dan is dat niet helemaal fout. Daarmee beloof je 12-19 punten en minimaal vier ruiten. De 1SA-opening omschrijft je hand nauwkeuriger en heeft daarom de voorkeur.

Op jouw 1SA reageert jouw partner met 2SA. Hij legt de bal terug bij jou. Hij is er niet zeker van of de manche haalbaar is en sluit dit ook niet uit. Met 2SA geeft hij 8-9 punten aan. Als jij een ‘maximale SA’ hebt, bied je 3SA en anders pas je op 2SA. Je hebt 17 punten en bent daarmee maximaal voor je 1SA-opening. Je biedt daarom 3SA.