Niemeijer
theorie
Het biedverloop:
Resumé en verdere opmerkingen
Een kleurvoorkeursignaal is een belangrijk instrument voor de verdediging. Je geeft het signaal om partner te helpen bij het naspelen (meestal in één van de zijkleuren van een troefcontract).
Er zijn meer ‘kleurvoorkeursituaties’ dan je denkt. Soms is het mogelijk om zo’n signaal te geven tijdens het troeftrekken door de leider. Vaker kun je vertellen in welke kleur je een entree hebt. Bijvoorbeeld als je partner een aftroever geeft.
Geef zo’n signaal ook:
a. als verdediging tegen slem of
b. in andere situaties met een singleton in de dummy.
Let goed op de kleine kaarten! Dit soort signalen zijn niet erg moeilijk. Het belangrijkste is dat beide verdedigers op dezelfde golflengte zitten!
Je zit oost. Partner komt tegen 6♥ uit met ♠A. Met de singleton in de dummy zijn verdere verdedigende slagen in schoppen onmogelijk. Als oost moet je ♠2 bijspelen, je laagste kaart. Daarmee vraag je om een klaverswitch. Zonder deze switch wordt het (te) speculatieve 6♥-contract gemaakt.
Het hele spel:
Noord gever | Noord-zuid kwetsbaar

♠ H 3
♥ A V B 10 3 2
♦ A B 8
♣ 10 6
♠ A 5 4
♥ 9
♦ 6 5 3
♣ V 9 5 4 3 2
♠ V B 10 9 8 6 2
♥ 7 5
♦ 4 2
♣ A 8
♠ 7
♥ H 8 6 4
♦ H V 10 9 7
♣ H B 7
Er zijn meer duidelijke voorbeelden van kleurvoorkeursignalen. Zoals in dit spel:
Noord gever | Noord-zuid kwetsbaar
Je bent aan slag met ♣H. Je weet dat partner nog vrije kaarten in ruiten heeft. Een kwestie van oversteken dus. In schoppen of in harten?
Als je goed hebt opgelet, weet je het antwoord. Partner speelde in slag 3 ♦4, zijn laagste ruiten; je moet de entree dus zoeken in de laagste van de twee zijkleuren. Speel harten na, waarmee het contract veel down gaat. We maken naast ♣H en ♥A vijf ruitenslagen! 3SA min 4!
Speelde je schoppen na? Jammer, 3SA wordt gemaakt: vier klaverslagen en vier schoppenslagen plus ♦V = negen.
Het hele spel:
Partner oost komt uit met ♦2 (kleintje belooft plaatje) en de eerste twee slagen zien er zo uit:
Slag 1: Oost ♦2, ♦8, ♦A, ♦3
Slag 2: West ♦9, ♦B, ♦H, ♦10
Partner gaat door met de ruitenkleur:
Slag 3: Oost ♦4, ♥3, ♥4, ♦V
Aan slag met ♦V gaat noord verder met ♣V.
Slag 4: Noord ♣V, ♣7, ♣4, ♣H


♠ A
♠ V B 10 9 8 6 2
♥ 7 5
♦ 4 2
♣ A 8
♠ 7
♥ H 8 6 4
♦ H V 10 9 7
♣ H B 7

♠ H 9 8 4
♥ H 3
♦ 10 8
♣ A 9 8 6 4
♠ B 10 5
♥ 9 8 6 4
♦ A 9
♣ H 5 3 2
♠ 7 6 2
♥ A 7 5
♦ H 7 6 5 4 2
♣ 7
♠ A V 3
♥ V B 10 2
♦ V B 3
♣ V B 10

♠ H 9 8 4
♥ H
♦
♣ A 9 8 6
♠ B 10 5
♥ 9 8 6
♦ -
♣ 5 3 2

♠ H 9 8 4
♥ H 3
♦ 10 8
♣ A 9 8 6 4
♠ B 10 5
♥ 9 8 6 4
♦ A 9
♣ H 5 3 2

♠ V 6
♥ V B 10 9 8 3
♦ A V 3
♣ 7 3
♠ A H B 8 5 4
♥ 7
♦ B 10 2
♣ B 10 2
♠ 9 3 2
♥ 6 4
♦ 8 7 5 4
♣ A V 9 6
♠ 10 7
♥ A H 5 2
♦ H 9 6
♣ H 8 5 4

♠ A H B 8 5 4
♥ 7
♦ B 10 2
♣ B 10 2
♠ 10 7
♥ A H 5 2
♦ H 9 6
♣ H 8 5 4
Zuid | West | Noord | Oost |
---|---|---|---|
- | - | 1♦ | 3♠ |
4♥ | 4♠ | 4SA | 5♠ |
6♥ | pas | pas | pas |
Zuid | West | Noord | Oost |
---|---|---|---|
- | - | 1SA | pas |
2♣ | pas | 2♥ | pas |
3SA | pas | pas | pas |
Zuid | West | Noord | Oost |
---|---|---|---|
- | 1♠ | dbl | 2♠ |
4♥ | pas | pas | pas |
Kleurvoorkeursignaal: op de kleintjes letten
Van de drie onderdelen van ons spel (bieden, spelen en verdedigen), is de laatste het moeilijkste. Voor het beste tegenspel moeten de twee verdedigers goede afspraken hebben gemaakt; ze moeten elkaar begrijpen (op dezelfde golflengte zitten) en de uitvoering moet vlekkeloos zijn.

TOP

Wat zijn de belangrijkste wapens van de verdedigers?
Dat zijn de kaarten die ze bijspelen in de vorm van signalen. Het zijn er in principe drie:
aan-/af-signaal (Engels: attitude-signaal)
verdelingssignaal (distributiesignaal)
kleurvoorkeursignaal
Vandaag iets meer over het laatste signaal.
In een internationale wedstrijd heb ik meegemaakt dat de Nederlandse leider een opmerkelijke manier van signaleren constateerde: bij het troeftrekken (met ♥A H 3 2 tegenover ♥V B 5 4) bekende een tegenstander in de eerste troefronde met ♥10. Sterker nog, deze kaart werd zo ongeveer door de tafel heen gedrukt. Het signaal (voor schoppen) kwam goed over.
De manier van signaleren is wellicht in sommige landen gebruikelijk, maar ethisch gezien moeten we enige afkeuring uitspreken. Er zijn tal van manieren om te signaleren en een kleurvoorkeursignaal op de juist omschreven manier hoort daarbij, mits de duim er niet al te lang op drukt.
Hier volgen enkele voorbeelden van kleurvoorkeursignalen die zeker legaal zijn.
Je zit west en moet verdedigen tegen een 4♥-contract van de tegenstanders. Je natuurlijke uitkomst is ♠A. Je blijft aan slag en we kijken naar de eerste twee slagen:
Slag 1: West ♠A, ♠7, ♠2, ♠6
Slag 2: West ♠H, ♠10, ♠3, ♠V
Je hebt twee slagen binnen. Om 4♥ down te spelen heb je in de verdediging nog twee slagen nodig. Je besluit een lage kleur te spelen. Welke? Jouw lage kleuren zijn identiek. Heeft partner je iets verteld?
Ja, de boodschap is subtiel geweest. Met ♠2 en ♠3 is het mogelijk dat partner eerder iets belooft in de laagste van de twee overgebleven zijkleuren dan in de hoogste (ruiten). In slag 3 zorgt jouw switch naar ♣B voor het juiste resultaat. Partner maakt twee klaverslagen en 4♥ gaat één down. Kijk naar het hele spel:
Het kleurvoorkeursignaal ♠3 in slag 2(!) heeft zijn werk gedaan. Let erop dat het eerste signaal (slag 1) niet meer is dan een verdelingssignaal (een driekaart schoppen). Pas in slag 2 kan oost een voorkeur aangeven voor één van de zijkleuren. Door goed op de kleintjes te letten, ben je geslaagd in dit tegenspel.
Een tweede voorbeeld van een kleurvoorkeursignaal in het volgende spel.
Niemeijer
theorie


Je zit oost. Partner komt tegen 6♥ uit met ♠A. Met de singleton in de dummy zijn verdere verdedigende slagen in schoppen onmogelijk. Als oost moet je ♠2 bijspelen, je laagste kaart. Daarmee vraag je om een klaverswitch. Zonder deze switch wordt het (te) speculatieve 6♥-contract gemaakt.
Het hele spel:
Noord gever | Noord-zuid kwetsbaar
Resumé en verdere opmerkingen
Een kleurvoorkeursignaal is een belangrijk instrument voor de verdediging. Je geeft het signaal om partner te helpen bij het naspelen (meestal in één van de zijkleuren van een troefcontract).
Er zijn meer ‘kleurvoorkeursituaties’ dan je denkt. Soms is het mogelijk om zo’n signaal te geven tijdens het troeftrekken door de leider. Vaker kun je vertellen in welke kleur je een entree hebt. Bijvoorbeeld als je partner een aftroever geeft.
Geef zo’n signaal ook:
a. als verdediging tegen slem of
b. in andere situaties met een singleton in de dummy.
Let goed op de kleine kaarten! Dit soort signalen zijn niet erg moeilijk. Het belangrijkste is dat beide verdedigers op dezelfde golflengte zitten!

♠ H 3
♥ A V B 10 3 2
♦ A B 8
♣ 10 6
♠ A 5 4
♥ 9
♦ 6 5 3
♣ V 9 5 4 3 2
♠ V B 10 9 8 6 2
♥ 7 5
♦ 4 2
♣ A 8
♠ 7
♥ H 8 6 4
♦ H V 10 9 7
♣ H B 7
Het biedverloop:

♠ H 9 8 4
♥ H
♦
♣ A 9 8 6
♠ B 10 5
♥ 9 8 6
♦ -
♣ 5 3 2

♠ H 9 8 4
♥ H 3
♦ 10 8
♣ A 9 8 6 4
♠ B 10 5
♥ 9 8 6 4
♦ A 9
♣ H 5 3 2
Partner oost komt uit met ♦2 (kleintje belooft plaatje) en de eerste twee slagen zien er zo uit:
Slag 1: Oost ♦2, ♦8, ♦A, ♦3
Slag 2: West ♦9, ♦B, ♦H, ♦10
Partner gaat door met de ruitenkleur:
Slag 3: Oost ♦4, ♥3, ♥4, ♦V
Aan slag met ♦V gaat noord verder met ♣V.
Slag 4: Noord ♣V, ♣7, ♣4, ♣H
Zuid | West | Noord | Oost |
---|---|---|---|
- | - | 1SA | pas |
2♣ | pas | 2♥ | pas |
3SA | pas | pas | pas |
Zuid | West | Noord | Oost |
---|---|---|---|
- | - | 1♦ | 3♠ |
4♥ | 4♠ | 4SA | 5♠ |
6♥ | pas | pas | pas |

♠ A
♠ V B 10 9 8 6 2
♥ 7 5
♦ 4 2
♣ A 8
♠ 7
♥ H 8 6 4
♦ H V 10 9 7
♣ H B 7
Er zijn meer duidelijke voorbeelden van kleurvoorkeursignalen. Zoals in dit spel:
Noord gever | Noord-zuid kwetsbaar
Het kleurvoorkeursignaal ♠3 in slag 2(!) heeft zijn werk gedaan. Let erop dat het eerste signaal (slag 1) niet meer is dan een verdelingssignaal (een driekaart schoppen). Pas in slag 2 kan oost een voorkeur aangeven voor één van de zijkleuren. Door goed op de kleintjes te letten, ben je geslaagd in dit tegenspel.
Een tweede voorbeeld van een kleurvoorkeursignaal in het volgende spel.

♠ H 9 8 4
♥ H 3
♦ 10 8
♣ A 9 8 6 4
♠ B 10 5
♥ 9 8 6 4
♦ A 9
♣ H 5 3 2
♠ 7 6 2
♥ A 7 5
♦ H 7 6 5 4 2
♣ 7
♠ A V 3
♥ V B 10 2
♦ V B 3
♣ V B 10
Je bent aan slag met ♣H. Je weet dat partner nog vrije kaarten in ruiten heeft. Een kwestie van oversteken dus. In schoppen of in harten?
Als je goed hebt opgelet, weet je het antwoord. Partner speelde in slag 3 ♦4, zijn laagste ruiten; je moet de entree dus zoeken in de laagste van de twee zijkleuren. Speel harten na, waarmee het contract veel down gaat. We maken naast ♣H en ♥A vijf ruitenslagen! 3SA min 4!
Speelde je schoppen na? Jammer, 3SA wordt gemaakt: vier klaverslagen en vier schoppenslagen plus ♦V = negen.
Het hele spel:

♠ V 6
♥ V B 10 9 8 3
♦ A V 3
♣ 7 3
♠ A H B 8 5 4
♥ 7
♦ B 10 2
♣ B 10 2
♠ 9 3 2
♥ 6 4
♦ 8 7 5 4
♣ A V 9 6
♠ 10 7
♥ A H 5 2
♦ H 9 6
♣ H 8 5 4

♠ A H B 8 5 4
♥ 7
♦ B 10 2
♣ B 10 2
♠ 10 7
♥ A H 5 2
♦ H 9 6
♣ H 8 5 4
Zuid | West | Noord | Oost |
---|---|---|---|
- | 1♠ | dbl | 2♠ |
4♥ | pas | pas | pas |
Wat zijn de belangrijkste wapens van de verdedigers?
Dat zijn de kaarten die ze bijspelen in de vorm van signalen. Het zijn er in principe drie:
aan-/af-signaal (Engels: attitude-signaal)
verdelingssignaal (distributiesignaal)
kleurvoorkeursignaal
Vandaag iets meer over het laatste signaal.
In een internationale wedstrijd heb ik meegemaakt dat de Nederlandse leider een opmerkelijke manier van signaleren constateerde: bij het troeftrekken (met ♥A H 3 2 tegenover ♥V B 5 4) bekende een tegenstander in de eerste troefronde met ♥10. Sterker nog, deze kaart werd zo ongeveer door de tafel heen gedrukt. Het signaal (voor schoppen) kwam goed over.
De manier van signaleren is wellicht in sommige landen gebruikelijk, maar ethisch gezien moeten we enige afkeuring uitspreken. Er zijn tal van manieren om te signaleren en een kleurvoorkeursignaal op de juist omschreven manier hoort daarbij, mits de duim er niet al te lang op drukt.
Hier volgen enkele voorbeelden van kleurvoorkeursignalen die zeker legaal zijn.
Je zit west en moet verdedigen tegen een 4♥-contract van de tegenstanders. Je natuurlijke uitkomst is ♠A. Je blijft aan slag en we kijken naar de eerste twee slagen:
Slag 1: West ♠A, ♠7, ♠2, ♠6
Slag 2: West ♠H, ♠10, ♠3, ♠V
Je hebt twee slagen binnen. Om 4♥ down te spelen heb je in de verdediging nog twee slagen nodig. Je besluit een lage kleur te spelen. Welke? Jouw lage kleuren zijn identiek. Heeft partner je iets verteld?
Ja, de boodschap is subtiel geweest. Met ♠2 en ♠3 is het mogelijk dat partner eerder iets belooft in de laagste van de twee overgebleven zijkleuren dan in de hoogste (ruiten). In slag 3 zorgt jouw switch naar ♣B voor het juiste resultaat. Partner maakt twee klaverslagen en 4♥ gaat één down. Kijk naar het hele spel:
Van de drie onderdelen van ons spel (bieden, spelen en verdedigen), is de laatste het moeilijkste. Voor het beste tegenspel moeten de twee verdedigers goede afspraken hebben gemaakt; ze moeten elkaar begrijpen (op dezelfde golflengte zitten) en de uitvoering moet vlekkeloos zijn.
Kleurvoor-keursignaal: op de kleintjes letten

TOP