Volgens de Dopingautoriteit is bridge een “minder dopinggevoelige sport” dan veel andere sporten. Toch moeten ook bridgespelers zich aan de dopingreglementen houden en kunnen zij gecontroleerd worden, zegt Jens van der Horst namens de Dopingautoriteit. “We willen een schone sport in Nederland. Daarbij hebben we iedereen nodig.”

Mag je tijdens het bridgen zo veel koffie drinken – en dus cafeïne innemen – als je wilt? En is het toegestaan om tussendoor een sigaret te roken en dus nicotine binnen te krijgen? “Uit onderzoek is gebleken dat cafeïne en nicotine de concentratie en alertheid kunnen verhogen tijdens het beoefenen van denksporten”, zegt Jens van der Horst namens de Dopingautoriteit. “Maar de twee stoffen staan niet op de dopinglijst.”

Schone sport
Een bridgespeler – op elk niveau – mag dus zo veel koffie drinken of nicotine in zijn lichaam hebben als hij zelf wil zonder dat de kans bestaat dat hij bij een dopingcontrole gepakt wordt. Maar dat geldt zeker niet voor elke stof, waarschuwt Van der Horst. Een bridgespeler moet zich aan dezelfde dopingregels houden als een voetballer, hockeyer, turner, wielrenner of welke sporter dan ook.

Dat zit zo: het Wereld Anti-Doping Agentschap (WADA) heeft de Wereld Anti-Doping Code opgesteld, die wereldwijd de basis vormt voor het antidopingbeleid in de sport. De Dopingautoriteit houdt in Nederland toezicht: zij zet zich in voor een schone sport in Nederland en heeft de Engelstalige code van WADA vertaald naar het Nationaal Dopingreglement.

Dopingwaaier
Om sporters te helpen heeft de Dopingautoriteit de Dopingwaaier-app ontwikkeld. In deze gratis app kunnen sporters zelf eenvoudig opzoeken of hun geneesmiddelen wel of niet toegestaan zijn. “Verder kun je in de app onder meer lezen hoe je het gebruiken van vervuilde voedingssupplementen voorkomt.”

Voor de Dopingautoriteit was het de eerste keer dit jaar dat zij langsging bij de bridgebond. Vorig jaar gaf de instantie twee presentaties aan Nederlandse bridgers. In totaal gaf de Dopingautoriteit zo’n zeventig sessies, verspreid over alle topsportbonden met een dopingreglement. Daarnaast heeft de Dopingautoriteit verschillende e-learning-modules over doping. Hiervan maakten in 2022 ongeveer honderd bridgers gebruik.

Van der Horst: “We willen een schone sport in Nederland. Daarbij hebben we iedereen nodig.”

FOTO: DOPINGAUTORITEIT/JACCO VAN EGDOM

Voorlichting
Het controleren van sporters en stafleden is niet de enige taak van de Dopingautoriteit. De organisatie geeft ook voorlichting over doping. “We hebben een nationaal educatieprogramma binnen de Dopingautoriteit met leerlijnen voor een schone sport. Daarbij onderscheiden we drie doelgroepen: sporters, ouders en trainer-coaches.”

In april was Van der Horst nog te gast op het kantoor van de bridgebond. Daar gaf hij een presentatie aan de vrouwenploeg van TeamNL. “We hebben verschillende educatieniveaus”, aldus Van der Horst.

Bij de vrouwenploeg van TeamNL ging het vooral over het checken van geneesmiddelen en voedingssupplementen. “Ook geneesmiddelen die door een arts zijn voorgeschreven, kunnen doping bevatten”, waarschuwt Van der Horst. “Denk aan insuline bij diabetes of astmapuffers vanaf bepaalde hoeveelheden. Het is belangrijk dat je daarvan op de hoogte bent als sporter. Binnen bridge is de kans op bewust dopinggebruik wellicht klein, maar een foutje is zo gemaakt.”

Controles
Alle sportbonden dienen zich te houden aan de dopingreglementen en dit ook op te nemen in de eigen reglementen. Eén van de taken van de Dopingautoriteit is het uitvoeren van de controles. Hoe vaak die controles plaatsvinden, verschilt per sport.

“Ons doel is om jaarlijks ongeveer 3.000 controles uit te voeren. Die controles proberen we strategisch in te zetten”, aldus Van der Horst. “Dat heeft bijvoorbeeld te maken met de dopinggevoeligheid van een sport: deze is hoger als er in het verleden veel dopingproblemen zijn geweest binnen een sport.”

Daarnaast wijst Van der Horst erop dat de Dopingautoriteit op elk niveau controles kan uitvoeren. De praktijk leert echter dat er vaker op hoog niveau gecontroleerd wordt. “We hebben een aantal indicatoren om te bepalen waar en wanneer we de controles uitvoeren”, aldus Van der Horst.

“Minder dopinggevoelig”
Hij noemt bridge een “minder dopinggevoelige sport” dan veel fysieke sporten. Dat komt volgens hem vooral doordat bij fysieke sporten het atletisch vermogen een grotere rol speelt, en het dus meer aankomt op bijvoorbeeld kracht of uithoudingsvermogen. “Anabole steroïden hebben bijvoorbeeld een minder grote invloed op de prestatie bij bridge”, aldus Van der Horst.

Toch haalt hij een voorbeeld aan uit 2019, waarbij Geir Helgemo, de Noorse nummer één van de wereld op dat moment, werd geschorst omdat hij positief testte op testosteron en clomifeen. Van der Horst kent geen voorbeelden uit de recente Nederlandse bridgegeschiedenis. “Maar het voorbeeld van Helgemo laat zien dat voor alle sporters dezelfde regels gelden.”

Stimulerende middelen zoals amfetamine of cocaïne zouden daarentegen in theorie wel invloed kunnen hebben op een bridgespeler, aldus Van der Horst. Zeker wanneer toernooien langer duren. “Je blijft langer wakker, maar de middelen hebben ook hun nadelen. Je kunt ’s nachts moeilijk in slaap komen en krijgt een dip”, zegt hij. “Bovendien staan ze op de dopinglijst: het gebruik ervan binnen wedstrijdverband is verboden.”