Als partner 1♣ opent en met 1SA reageert op je 1♠-bod, pas je met 6-9 punten en een 5-3-3-2 verdeling. Voor een 2♠-bod heb je een zeskaart nodig, omdat je het biedniveau verhoogt. Met een 5-4 in de hoge kleuren bied je na partners 1SA-bod wel, zelfs als je maar 6 punten hebt. Er zijn twee kansen op een fit. Als het raak is, zul je meer slagen maken dan in sans atout.
Met 11 punten heeft zuid hier te veel voor 2♥. Een aantal inzenders kiest daarom voor 3♥. Voor die sprong is de hand te zwak. Is er geen fit, dan eindigt de bieding in 3SA, eventueel met slechts 12 punten bij noord. Een direct hartenbod voldoet dus niet. De experts gebruiken een conventie.

Kolen, Niemeijer: “2♣. Net als bij checkback stayman. De hand is te goed voor 2♥.”
Als zuid alleen een vijfkaart in schoppen zou hebben, gaat hij met checkback stayman na of noord een driekaart steun heeft. Het is nuttig de harten bij het onderzoek te betrekken.

Van den Bos, Bruijnsteen, Groenenboom, IJsselmuiden: “2♣, checkback. Partner biedt nu verplicht 2♦ en daarna kan zuid zijn invite aangeven met een 5-4 in de hoge kleuren.”
Het hele panel biedt op deze manier. Zuid zegt met 2♣: ‘Ik heb een probleem in de hoge kleuren.’ Noord reageert met 2♦: ‘Ach, nou. Welk probleem?’ Daarna vertelt zuid wat er aan de hand is.
Bespreek met je partner dat het 2♥-bod hier zwak is en gebruik de uitgebreide checkback stayman, wanneer je 10 of meer punten hebt.

Wanneer je twee eigen kleuren biedt op verschillende hoogten, geef je een tweekleurenspel aan: in je eerste kleur minstens een vijfkaart en in je tweede minstens een vierkaart. Van de belangrijke kaartverdelingen is het tweekleurenspel de lastigste bij het bieden, vooral als je een minimum hebt. Het is dan riskant een tweekleurenspel aan te geven, als door je tweede bod het biedniveau stijgt. Zonder fit heeft je onevenwichtige verdeling niet veel waarde en zit je algauw te hoog. Met een fit maak je extra troefslagen en loopt een stijging goed af. Hoe groter de kans is op een fit, hoe eerder je omhoog kunt. Een standaardvoorbeeld:

♠ 4
♥ A V 9 5
♦ H 6 4
♣ A 10 7 3 2

Je opent 1♣ en partner biedt 1♠. Met 2♥ kun je nu het tweekleurenspel aangeven, maar de vooruitzichten zijn somber. Partner heeft met het 1♠-bod de harten overgeslagen. Als hij een driekaart in klaveren heeft, moet hij naar drieniveau, misschien met slechts zes punten. Het is wijzer een alternatief te zoeken. Je kunt 1SA bieden ondanks je onevenwichtige verdeling of met 2♣ een zeskaart suggereren. Wat goed uitpakt, hangt van het toeval af.
Dat je bij het bieden met een tweekleurenspel nogal eens een zijweg moet inslaan, maakt het onderwerp moeilijk te overzien. Wie meer wil weten, kan er het best een boek over lezen. Voor advies over een hand kun je terecht bij een goede bieder op je club.

In het eerste probleem heeft de antwoorder een tweekleurenspel.

Noord gever | Allen kwetsbaar | Paren

spel
1

Winkel: “2SA. Dat belooft een heer meer dan na een opening van partner.”
Tegenover een opening belooft 2SA ongeveer 11 punten, tegenover een volgbod dus ongeveer 14.
Er zit echter een kink in de kabel.

Helmich, Hop, Niemeijer: “1SA. Dat is een underbid, maar bij deze kwetsbaarheid in paren kan noord puur voor de start volgen. Bovendien is het honk van 2SA al bezet. Het is in gebruik als een invite met een vierkaart steun voor partners hoge kleur.”
Tegenover een 1♠-opening geeft de directe sprong naar 2SA een schoppenfit aan. Veel paren doen dat na partners volgbod ook.

Van Delft, Ter Laare, IJsselmuiden: “2♣. Vroeger kon je 2SA bieden maar nu geeft dat bod een fit aan. Zuid heeft te veel voor 1SA. Je moet dus met 2♣ beginnen. Dat hoeft niet per se een fit te beloven. Het kan ook inviterend of mancheforcing zijn zonder fit. Na partners antwoord biedt zuid 2SA. Een alternatief is hier 2♦ maar dat is minder doelgericht.”
Overleg met partner hoe je het 2SA-bod speelt tegenover een volgbod in een hoge kleur. Is het steun of juist niet? Bij verschil van mening is er een compromis. Biedt je rechtertegenstander, dan geeft 2SA een fit aan. Past hij, dan is 2SA inviterend zonder fit.

West gever | Oost-west kwetsbaar | Paren

spel
2

♠ A 7

♥ V 10 8 6 2

♦ A V 9 6 2

♣ 4

Kolen: “Doublet. Ik wil wat laten horen en voor 3♥ is de kleur te slecht. Het probleem komt nu in de volgende ronde, als partner 3♣ biedt.”
Ook veel inzenders doubleren, maar na 3♣ bij noord loopt de weg dood. Zou zuid hierna een rode kleur bieden, dan geeft hij een eenkleurenspel aan dat te sterk is voor een direct volgbod. Zuid ontkomt er dus niet aan een bod te doen dat beter past bij de aard van zijn hand. De vraag is echter: welk bod?

Niemeijer: “4♦, dat speel ik als de wereldconventie.  Bij deze kwetsbaarheid durf ik het net aan want er is een kansje op de jackpot.” Zo’n sprong naar 4♦ is mancheforcing en geeft een vijfkaart in ruiten aan plus een vijfkaart in harten. Iets voorzichtiger zijn:

Groenenboom, Ter Laare: “3♠. Dit geeft een vijfkaart harten aan en een vijfkaart in een lage kleur. Het is agressief om naar vierhoogte te forceren maar een 3♥-bod kan in partners singleton zijn met een mooie ruitenfit. Als zuid hier 2SA kan bieden, is dat uiteraard beter.”

Bruijnsteen, Winkel: “2SA: een 5-5 met twee onbekende kleuren. Veel bridgers spelen hier 2SA voor de lage kleuren maar het werkt beter als het voor elk tweetal kleuren kan zijn.”
Neem dit over. Gebruik een 2SA-volgbod zonder sprong met elke 5-5. Na een 3♣-bod van noord geeft zuid nu met 3♦ ook de harten aan.

West gever | Niemand kwetsbaar | Viertallen

spel
3

¹ ruitenfit, inviterend of beter

IJsselmuiden: “3SA. Zuid heeft te weinig tophonneurs om te dromen van slem.”
Dat mag zo zijn, maar is 3SA de goede manche?

Van Delft, Hop: “3♦. Noord heeft een reden om 3♣ te bieden. Het kan zijn dat hij sleminteresse heeft of omdat hij twijfelt over 3SA. Er is eventueel een lek in schoppen als de dummy een 2-2-4-5- of een 1-3-4-5-verdeling heeft.”
Sommige panelleden leggen de nadruk op een zwakte in schoppen.

Van den Bos, Kolen: “3♥. Dit geeft waardes in harten aan. Als noord een schoppenstop heeft, kunnen we 3SA spelen; anders moeten we naar 5♦ gaan. Het kan ook nog slem zijn.”
Met 2SA heeft zuid een minimale opening aangegeven, maar als noord kort is in schoppen, heeft zuid een mooie hand voor ruiten troef.

Niemeijer: “4♥. Zo laat zuid weten dat het 3♣-bod in de roos was.”
De helft van het panel laat het vervolg aan noord over.

Ter Laare, Winkel: “3♦, om aan te geven dat zuid minstens een vijfkaart heeft. We kunnen ervan uitgaan dat noords 3♣ mancheforcing is; nu even afwachten waar hij mee bezig is.”

spel
4

Zuid gever | Noord-zuid kwetsbaar | Viertallen

♠ A V 8 7

♥ A H B 9 3

♦ H B 2

♣ 4

Wat is je uitkomst?

Van Delft: “Doublet. Het vijfniveau is voor de tegenstanders. Het is niet duidelijk of we 5♥ gaan maken en 5♣ gaat wel down. Het resultaat wordt wel eens +300 in plaats van +650, maar ik denk dat je over de gehele linie meer punten haalt, als je in dit soort gevallen de veilige plus pakt.”

IJsselmuiden: “5♥. Zuid heeft te weinig voor een slempoging en een pas zou niet-forcing zijn. Een doublet is misschien goed, maar ik krijg het niet uit mijn biedbakje.”
Noord hoeft niet veel te hebben voor een sprong naar 4♥. Met ♠xxx ♥Vxxx ♦Axxxx ♣x heeft hij genoeg.

Helmich, Hop, Kolen: “5♦, de enige slempoging, als een pas niet-forcing is. Noord had ook 3♥ kunnen bieden; met 4♥ geeft hij dus nuttige honneurs aan. Hij bood niet het sterkere 4♣; daarom kun je het bij een slempoging laten. Over een klaverencontrole hoeft noord zich geen zorgen te maken. Die zal zuid wel hebben, als hij doorbiedt.”

De meerderheid van het panel kiest voor de slempoging. Als noord geen bijzondere verdeling heeft, kan hij vier nuttige honneurs hebben, bijvoorbeeld: ♠Hxxx ♥Vxx ♦AVxx ♣xx. Het slem is dan dicht. Heeft hij distributie, dan kan hij met drie nuttige honneurs 6♥ bieden, bijvoorbeeld met: ♠Hxxx ♥Vxxx ♦Axxx ♣x. Als ♦V goed zit, zal 6♥ wel lukken. Zitten de ruiten- en de schoppenkleur slecht, dan gaat het twee down.

Zuid gever | Noord-zuid kwetsbaar | Viertallen

spel
5

De keuze van de experts

Ladderpuzzel op internet