Aarnout Helmich werd zelf ooit wereldkampioen bij de junioren. Nu hoopt hij als kersverse bondscoach het TeamNL Bridge Vrouwen naar een mooie plek te leiden op het WK, dat komende zomer plaatsvindt in het Deense Herning. “Prestatie en plezier gaan bij mij hand in hand.”

Plezier en prestaties
Voordat Helmich met het Nederlandse team in augustus voor het WK afreist naar Herning, wacht in juni ook nog het open EK in het Poolse Poznan. “Ik zie het als mijn taak om ervoor te zorgen dat de sfeer goed is en iedereen zich prettig voelt”, zegt hij. “Daar hoort ook gezelligheid bij. Plezier en prestaties gaan voor mij hand in hand.” Helmich wil zijn speelsters zo goed mogelijk voorbereiden op de toernooien. Dat doet hij met in het achterhoofd de lessen van Maarten Schollaardt, zijn voormalige coach bij de aspiranten. “Ik heb destijds als speler veel geleerd van Maarten en vond zijn manier van coachen heel fijn”, herinnert Helmich zich. Hij geeft een voorbeeld: “Maarten had altijd de systeemkaarten van de tegenstander bestudeerd en aantekeningen gemaakt. Als je de leider bent in het spel, kun je soms conclusies trekken uit hoe tegenspelers signaleren. Ik vond het fijn als je dat van tevoren al wist en niet ter plekke moest gaan opzoeken.”

Beste 8
Het vrouwenteam bestaat op het EK uit de volgende paren: Merel Bruijnsteen – Doris van Delft , Judith Duursma – Magdaléna Tichá en Martine Verbeek – Wietske van Zwol. “Een goed team”, meent Helmich, die met de vrouwen nog niet over een doelstelling sprak. “Maar laten we eerst voor een plek in de kwartfinales gaan. Daarvoor moeten we bij de beste 8 van de 24 landen eindigen.”

Werkzaamheden BridgeBond
Toch is hij altijd binnen de bridgesport gebleven en heeft hij van zijn hobby zijn beroep kunnen maken. Hij is zich alleen wat meer op het coachen gaan richten. Naast het bondscoachschap is hij onder meer wedstrijdleider bij een bridgeclub, geeft hij beginnerscursussen en trainingen aan junioren en werkt drie dagen per week op de afdeling Sportcoördinatie bij de BridgeBond. “Toen ik werd gevraagd, heb ik gekeken of mijn werkzaamheden voor de bond niet botsten met het bondscoachschap. Dat was niet het geval”, zegt Helmich, die zelf nog actief is bij BC de Lombard in de Meesterklasse Viertallen. “Daarnaast had ik een heel fijn gesprek met captain Jacco van Egdom. Ik kijk enorm uit naar het traject dat we samen aangaan.”

Enorme eer
“Ik heb gelukkig al enige ervaring als coach”, zegt hij op de vraag waarom hij ‘ja’ heeft gezegd toen de bond hem vroeg om bondscoach van de vrouwen te worden. “Daarnaast ken ik een aantal speelsters uit het huidige vrouwenteam al van mijn eerdere periodes als coach. Die samenwerking heb ik altijd als prettig ervaren.” Magdaléna Tichá en Merel Bruijnsteen zaten in het Nederlandse meisjesteam toen Helmich daar de scepter zwaaide. En bij het WK in Wuhan, waar hij eenmalig de coach was, maakten Martine Verbeek, Wietske van Zwol en Merel deel uit van het vrouwenteam. “Maar”, voegt Helmich eraan toe: “De belangrijkste reden is dat ik het een enorme eer vind om bondscoach te mogen zijn.”

Een behoorlijke bridger
Helmich is zelf al het grootste gedeelte van zijn leven actief in de sport. Hij begon op zijn twaalfde met bridgen en bleek er al snel aanleg voor te hebben. Hij speelde regelmatig internationale toernooien met de Nederlandse jeugdselecties en beleefde zijn hoogtepunt in 2012. In China pakte hij na een zenuwslopende finale de wereldtitel bij de junioren. Helmich is naar eigen zeggen “een behoorlijke bridger”, maar was destijds “net niet goed genoeg voor het Nederlandse team”. Hij schurkte er lange tijd tegenaan, maar werd nooit geselecteerd. “Het lukte niet om als professional door het leven te kunnen”, zegt hij nu.

Helemaal nieuw is de rol van coach niet voor de bijna 38-jarige Aarnout Helmich. Hij was van 2016 tot en met 2019 de coach bij het Nederlandse meisjesteam onder 26 jaar en vervulde die rol als ad-interim bij TeamNL Vrouwen tijdens het WK 2019 in Wuhan, de stad die niet veel later wereldwijd bekendheid verwierf door de uitbraak van corona.