2
vraag
1
vraag
In elke gedrukte én digitale editie van BridgeNL buigen bekwame arbiters zich over brandende bridgekwesties. Paul Vonck, Rens Philipsen en Erik Slump vormen een panel van arbiters en bespreken de vragen. Rens Philipsen en Paul Vonck laten in dit e-zine hun licht schijnen over twee lezersvragen.
regels
Spel

ANTWOORD
ANTWOORD
Op een drive thuis kwamen twee situaties voor bij het duiden van een kaart. Heel graag horen we wat we hadden moeten doen, zodat we er in de toekomst van kunnen leren.
Als leider zei ik ♣5 en dacht dat die in de dummy lag, maar die lag er niet. Moet ik nu een klaveren spelen of staat het mij vrij elke andere kaart te spelen die er wel ligt?
Bij punt 1 pakte mijn partner ♣4 (die lag er wel) en speelde mijn rechtertegenstander een kaart. Toen zei mijn linkertegenstander dat ik een kaart noemde die er niet lag. Hoe moeten we dit herstellen?
In het tweede spel had ik ♦ A V B in de dummy liggen en zelf een paar kleintjes. Ik speelde een kleintje naar de boer en die won de slag. Stak over naar mijn hand om weer een snit te nemen, maar mijn linkertegenstander legde de heer. Ik zei de vrouw en heel snel, sorry, het aas. Ik heb duidelijk de vrouw eerst gezegd, ik zat niet goed op te letten. Mag je je in één adem herstellen? Ik moet uiteraard beter opletten.
Antwoord

VRAAG 1
Verspreking?


DEZE VRAAG

VOLGENDE VRAAG

TOP
Paul Vonck
ANTWOORD
ANTWOORD
Antwoord

Mooie vragen van veelvoorkomende situaties die helaas ook vaak tot problemen aan tafel leiden. Onder het mom van ‘we spelen toch niet met het mes op tafel’, of ‘we spelen toch ook voor de gezelligheid’ worden versprekingen aan tafel vaak buiten de spelregels om opgelost. En hoewel misschien ergens nog wel te begrijpen, fijn voelt het vaak toch niet.
De spelregels zijn er niet voor niets en hebben als voornaamste doel om iets dat verkeerd is gegaan te herstellen. De arbiter is er dus niet om de overtreder te straffen maar om de niet-overtreder te compenseren voor iets waar hij niets aan kon doen. Met dat in het achterhoofd wil ik graag je vragen beantwoorden.
Bij de eerste vraag heb je een specifieke kaart genoemd die de dummy niet heeft. En een kaart die de dummy niet heeft kan niet worden gespeeld. De spelregels zijn dan duidelijk. Je mag elke andere kaart die in de dummy ligt spelen. Deze situatie staat beschreven in de spelregels bij artikel 46B4. Overigens staat in hetzelfde artikel ook wat er moet gebeuren in andere gevallen waarbij er sprake is van onvolledige of ongeldige aanduidingen van kaarten van de dummy. Aanduidingen als ‘klaveren’, ‘hoogste’, ‘laagste’ en ‘doe maar wat’, mogen niet hersteld worden.
In artikel 45D1 staat het antwoord op de tweede vraag. In dit geval heeft de dummy een niet-aangeduide kaart gespeeld maar is er door niemand in de volgende slag bijgespeeld. Het spelen gaat dus terug tot aan de dummy en je mag iedere willekeurige kaart uit de dummy spelen. In hetzelfde artikel staat ook beschreven wat er dan gebeurt met de kaart(en) die de tegenstander(s) en de leider na de dummy bijgespeeld heeft (hebben). Omdat de spelregels corrigeren en niet straffen krijgt iedereen nu de mogelijkheid om zonder verdere straf zijn gespeelde kaart weer in z’n hand te stoppen en elke willekeurige andere kaart te spelen. Wel even opletten; kaarten die al bijgespeeld waren voordat de dummy bijspeelde gaan niet terug.
Voor wat betreft de laatste vraag, daar gaan de meest bijzondere indianenverhalen over rond. De spelregels zijn echter duidelijk. Er wordt in artikel 45B4b alleen gesproken over een verspreking tegenover concentratieverlies/gedachteverandering. De spelregels hebben het nergens over een tijdspanne. Het in één adem veranderen bestaat spelregeltechnisch dus niet en is dus niet relevant. In jouw geval wilde je de vrouw veranderen in het aas omdat je erachter kwam dat onverwacht de heer was bijgespeeld. Dat is een gedachtenverandering en die mag niet hersteld worden, zelfs niet als die vrijwel direct plaatsvindt.
In dit geval blijft de vrouw dus gespeeld, wat hopelijk een goede les voor de volgende keer is. En hoewel dat misschien als straf voelt is het belangrijk om de spelregels vanuit het perspectief van de tegenstanders te bekijken. Die kunnen er niets aan doen dat jij even niet zat op te letten, dus hebben recht op jouw onoplettendheid.

ANTWOORD
ANTWOORD
Ik bridge een jaar of vijf en ben een zeer nieuwsgierige speler. Op onze club wordt fanatiek gespeeld en ik vind het heel boeiend wat alles betekent. Als er wordt gealerteerd en ik snap het niet, dan vraag ik het gelijk, uiteraard alleen als ik aan de beurt ben.
Mijn partner vindt het minder interessant maar vraagt zich af of ik wel zoveel mag vragen. Zij denkt dat ik misschien een bepaalde kleur kan suggereren met mijn vragen, maar dat is absoluut niet mijn bedoeling.
Willen jullie antwoord geven op de volgende vragen? Misschien moet ik mijn gedrag wel aanpassen.
Waarom mag je alleen maar vragen als je aan de beurt bent? Dat is mij geleerd, maar ik weet de reden niet.
Mag ik alles vragen, of zit daar een limiet op?
Klopt het dat mijn partner in verlegenheid kan worden gebracht als ik teveel vraag? Dat zij daardoor een bepaalde kleur niet uit mag komen omdat ik het te enthousiast vraag?
Kan ik beter wachten met vragen als ik toch niet ga bieden? Maar soms wil ik doubleren voor de uitkomst.

VOLGENDE
Antwoord

VRAAG 2
Consequenties
van vragen


VORIGE

TOP
Erik Slump
ANTWOORD
ANTWOORD
Antwoord

Bridge spelen we met open vizier. Dat betekent dat je recht hebt op alle afspraken die tegenstanders hebben gemaakt. Jij hebt het recht om te snappen welke informatie ze hebben uitgewisseld. Alles wat niet natuurlijk is of aanvullende informatie bevat, moeten de tegenstanders alerteren zodat jij kunt vragen wat er aan de hand is.
Er zit hierbij wel een addertje onder het gras. Door vragen te stellen kun je jouw partner informatie geven waar zij gebruik van zou kunnen maken. Dat laatste mag niet en als jouw partner die informatie ontvangt, dan moet zij een logisch alternatief kiezen als dat voorhanden is. En nu wordt het moeilijk…
Dus nemen we een simpel voorbeeld. De linkertegenstander opent 1SA en de rechtertegenstander biedt nu 2♣, Stayman.
Als jij altijd vraagt wat 2♣ betekent en soms doubleert voor de uitkomst maar meestal niet, dan kan jouw partner niets afleiden uit jouw vraag. Niets aan de hand
Als jij alleen naar 2♣ vraagt als je overweegt te doubleren voor de uitkomst, en dan vervolgens past, dan weet jouw partner precies wat er aan de hand is. Die kennis gebruiken is nu streng verboden en klaveren starten mag absoluut niet meer.
Je moet dus proberen jouw vragen zo te stellen dat jouw partner niet kan afleiden waarom je dat vraagt. Dat betekent dus ook dat je met enige regelmaat naar de bekende weg moet vragen, gewoon om te voorkomen dat iedereen weet wat er aan de hand is als je een vraag stelt.
Hiervoor is ook nog een expliciete regel in de spelregels opgenomen. ‘Je mag geen vragen stellen met het doel jouw partner te helpen’. Ineens vragen naar een betekenis zodat partner weet wat hij moet starten was dus één voorbeeld, maar daar zal ik nog twee heel heldere andere voorbeelden van geven.
Na een biedverloop over meerdere ronden, waarbij niet tussengeboden wordt, gaat het pas – (pas) en de speler die de laatste pas moet doen, gaat nu ineens vragen naar de betekenis van een bieding. Partner moet uit, maar hij is formeel aan de beurt en heeft dus volgens de spelregels het recht om vragen te stellen. Het is echter nooit de bedoeling om nu ineens te gaan bieden of doubleren. Dit mag niet. Deze vragen kun je namelijk ook stellen nadat partner dicht is uitgekomen. Het enige doel hiermee is overduidelijk om partner te helpen de juiste uitkomst te vinden. Dit is helaas een veel voorkomende manier van valsspelen, waarvan spelers denken dat het toegestaan is. Dat is dus absoluut niet waar.
De tegenstander alerteert een bieding en je hebt het idee dat maat niet goed doorheeft dat er gealerteerd is en/of wat daar de consequenties van zijn. Door nu naar de betekenis te vragen maak je partner even goed wakker. Ook dit is absoluut verboden.
Deze regel hangt nauw samen met de regel dat je alleen vragen mag stellen als je aan de beurt bent. Je kunt dan jouw partner niet helpen door een vraag te stellen die zijn bieding kan beïnvloeden. Bovendien blijft de situatie aan tafel daardoor ordelijk.
Er zit op zich geen beperking aan de hoeveelheid vragen die je mag stellen. Na een bieding mag je bijvoorbeeld ook vragen wat het had betekend als er iets anders was geboden, of dat er nog andere manieren waren om iets te bieden. Vergelijk deze twee biederlopen:
1SA - 4♦ // 4♥
1SA - 2♦ // 2♥ - 4♥
Niet iedereen zal deze afspraken hebben, maar het is een mooi voorbeeld.
Beide zijn manieren om in 4♥ te komen, beiden tonen een 6-kaart harten. Met de eerste manier is er zeker geen sleminteresse, maar met de tweede is duidelijk aangeven dat de antwoordende hand op de grens van slembieden zit. Het is na één van beide biedverlopen dus volstrekt normaal om te vragen of er ook andere manieren zijn waarop 4♥ geboden kan worden en wat dan het verschil is. Volledige openheid hoort bij bridge.
2
vraag
1
vraag
In elke gedrukte én digitale editie van BridgeNL buigen bekwame arbiters zich over brandende bridgekwesties. Paul Vonck, Rens Philipsen en Erik Slump vormen een panel van arbiters en bespreken de vragen. Rens Philipsen en Paul Vonck laten in dit e-zine hun licht schijnen over twee lezersvragen.
regels
Spel


Op een drive thuis kwamen twee situaties voor bij het duiden van een kaart. Heel graag horen we wat we hadden moeten doen, zodat we er in de toekomst van kunnen leren.
Als leider zei ik ♣5 en dacht dat die in de dummy lag, maar die lag er niet. Moet ik nu een klaveren spelen of staat het mij vrij elke andere kaart te spelen die er wel ligt?
Bij punt 1 pakte mijn partner ♣4 (die lag er wel) en speelde mijn rechtertegenstander een kaart. Toen zei mijn linkertegenstander dat ik een kaart noemde die er niet lag. Hoe moeten we dit herstellen?
In het tweede spel had ik ♦ A V B in de dummy liggen en zelf een paar kleintjes. Ik speelde een kleintje naar de boer en die won de slag. Stak over naar mijn hand om weer een snit te nemen, maar mijn linkertegenstander legde de heer. Ik zei de vrouw en heel snel, sorry, het aas. Ik heb duidelijk de vrouw eerst gezegd, ik zat niet goed op te letten. Mag je je in één adem herstellen? Ik moet uiteraard beter opletten.
Antwoord

Verspreking?
VRAAG 1

VORIGE

VOLGENDE

DEZE VRAAG

VOLGENDE VRAAG

TOP

Paul Vonck
Mooie vragen van veelvoorkomende situaties die helaas ook vaak tot problemen aan tafel leiden. Onder het mom van ‘we spelen toch niet met het mes op tafel’, of ‘we spelen toch ook voor de gezelligheid’ worden versprekingen aan tafel vaak buiten de spelregels om opgelost. En hoewel misschien ergens nog wel te begrijpen, fijn voelt het vaak toch niet.
De spelregels zijn er niet voor niets en hebben als voornaamste doel om iets dat verkeerd is gegaan te herstellen. De arbiter is er dus niet om de overtreder te straffen maar om de niet-overtreder te compenseren voor iets waar hij niets aan kon doen. Met dat in het achterhoofd wil ik graag je vragen beantwoorden.
Bij de eerste vraag heb je een specifieke kaart genoemd die de dummy niet heeft. En een kaart die de dummy niet heeft kan niet worden gespeeld. De spelregels zijn dan duidelijk. Je mag elke andere kaart die in de dummy ligt spelen. Deze situatie staat beschreven in de spelregels bij artikel 46B4. Overigens staat in hetzelfde artikel ook wat er moet gebeuren in andere gevallen waarbij er sprake is van onvolledige of ongeldige aanduidingen van kaarten van de dummy. Aanduidingen als ‘klaveren’, ‘hoogste’, ‘laagste’ en ‘doe maar wat’, mogen niet hersteld worden.
In artikel 45D1 staat het antwoord op de tweede vraag. In dit geval heeft de dummy een niet-aangeduide kaart gespeeld maar is er door niemand in de volgende slag bijgespeeld. Het spelen gaat dus terug tot aan de dummy en je mag iedere willekeurige kaart uit de dummy spelen. In hetzelfde artikel staat ook beschreven wat er dan gebeurt met de kaart(en) die de tegenstander(s) en de leider na de dummy bijgespeeld heeft (hebben). Omdat de spelregels corrigeren en niet straffen krijgt iedereen nu de mogelijkheid om zonder verdere straf zijn gespeelde kaart weer in z’n hand te stoppen en elke willekeurige andere kaart te spelen. Wel even opletten; kaarten die al bijgespeeld waren voordat de dummy bijspeelde gaan niet terug.
Voor wat betreft de laatste vraag, daar gaan de meest bijzondere indianenverhalen over rond. De spelregels zijn echter duidelijk. Er wordt in artikel 45B4b alleen gesproken over een verspreking tegenover concentratieverlies/gedachteverandering. De spelregels hebben het nergens over een tijdspanne. Het in één adem veranderen bestaat spelregeltechnisch dus niet en is dus niet relevant. In jouw geval wilde je de vrouw veranderen in het aas omdat je erachter kwam dat onverwacht de heer was bijgespeeld. Dat is een gedachtenverandering en die mag niet hersteld worden, zelfs niet als die vrijwel direct plaatsvindt.
In dit geval blijft de vrouw dus gespeeld, wat hopelijk een goede les voor de volgende keer is. En hoewel dat misschien als straf voelt is het belangrijk om de spelregels vanuit het perspectief van de tegenstanders te bekijken. Die kunnen er niets aan doen dat jij even niet zat op te letten, dus hebben recht op jouw onoplettendheid.
Antwoord

West | Noord | Oost | Zuid |
---|---|---|---|
- | 1SA | 2♣ | 2♠ |
pas | pas | pas |
♠ H B 10 7 3
♥ H 9 8 6
♦ 4
♣ A T 2

♠ A V 9 5 2
♥ 5
♦ 9 8 7 5
♣ 7 6 5
♠ 6
♥ 7 4 3 2
♦ H V T 3 2
♣ V B 4
♠ 8 4
♥ A V B 10
♦ A B 6
♣ H 9 8 3
Noord gever | Oost-west kwetsbaar

Antwoord

Consequenties
van vragen
VRAAG 2

VORIGE

VOLGENDE
Ik zat oost en noord opende met 1SA (15-17 punten). Ik bood 2♣ en bedoelde dat als de hoge kleuren en dat staat ook op onze systeemkaart. Partner alerteerde niet en zuid bood 2♠. Dat beloofde een vijfkaart of langer en was om te spelen. Dat werd rondgepast.
Het contract ging drie down en een volle top voor ons, maar ik voelde me er niet lekker bij. We spelen op een laag niveau en de tegenstanders hadden niet door dat mijn partner zich had vergist. We hebben geen arbiter op de club maar ik besloot aan tafel te vragen of ik deze vragen mocht opsturen.
Heb ik als tegenspeler plichten om te melden dat er iets onreglementairs is gebeurd? Zo ja, op welk moment moet ik dat doen?
Het is in dit geval duidelijk dat partner iets vergeten is te alerteren. Als 2♣ wel echt was geweest en ik had me vergist, maakt dat uit?
Hoe had een arbiter dit opgelost?

DEZE VRAAG

TOP

Erik Slump
Bridge spelen we met open vizier. Dat betekent dat je recht hebt op alle afspraken die tegenstanders hebben gemaakt. Jij hebt het recht om te snappen welke informatie ze hebben uitgewisseld. Alles wat niet natuurlijk is of aanvullende informatie bevat, moeten de tegenstanders alerteren zodat jij kunt vragen wat er aan de hand is.
Er zit hierbij wel een addertje onder het gras. Door vragen te stellen kun je jouw partner informatie geven waar zij gebruik van zou kunnen maken. Dat laatste mag niet en als jouw partner die informatie ontvangt, dan moet zij een logisch alternatief kiezen als dat voorhanden is. En nu wordt het moeilijk…
Dus nemen we een simpel voorbeeld. De linkertegenstander opent 1SA en de rechtertegenstander biedt nu 2♣, Stayman.
Als jij altijd vraagt wat 2♣ betekent en soms doubleert voor de uitkomst maar meestal niet, dan kan jouw partner niets afleiden uit jouw vraag. Niets aan de hand
Als jij alleen naar 2♣ vraagt als je overweegt te doubleren voor de uitkomst, en dan vervolgens past, dan weet jouw partner precies wat er aan de hand is. Die kennis gebruiken is nu streng verboden en klaveren starten mag absoluut niet meer.
Je moet dus proberen jouw vragen zo te stellen dat jouw partner niet kan afleiden waarom je dat vraagt. Dat betekent dus ook dat je met enige regelmaat naar de bekende weg moet vragen, gewoon om te voorkomen dat iedereen weet wat er aan de hand is als je een vraag stelt.
Hiervoor is ook nog een expliciete regel in de spelregels opgenomen. ‘Je mag geen vragen stellen met het doel jouw partner te helpen’. Ineens vragen naar een betekenis zodat partner weet wat hij moet starten was dus één voorbeeld, maar daar zal ik nog twee heel heldere andere voorbeelden van geven.
Na een biedverloop over meerdere ronden, waarbij niet tussengeboden wordt, gaat het pas – (pas) en de speler die de laatste pas moet doen, gaat nu ineens vragen naar de betekenis van een bieding. Partner moet uit, maar hij is formeel aan de beurt en heeft dus volgens de spelregels het recht om vragen te stellen. Het is echter nooit de bedoeling om nu ineens te gaan bieden of doubleren. Dit mag niet. Deze vragen kun je namelijk ook stellen nadat partner dicht is uitgekomen. Het enige doel hiermee is overduidelijk om partner te helpen de juiste uitkomst te vinden. Dit is helaas een veel voorkomende manier van valsspelen, waarvan spelers denken dat het toegestaan is. Dat is dus absoluut niet waar.
De tegenstander alerteert een bieding en je hebt het idee dat maat niet goed doorheeft dat er gealerteerd is en/of wat daar de consequenties van zijn. Door nu naar de betekenis te vragen maak je partner even goed wakker. Ook dit is absoluut verboden.
Deze regel hangt nauw samen met de regel dat je alleen vragen mag stellen als je aan de beurt bent. Je kunt dan jouw partner niet helpen door een vraag te stellen die zijn bieding kan beïnvloeden. Bovendien blijft de situatie aan tafel daardoor ordelijk.
Er zit op zich geen beperking aan de hoeveelheid vragen die je mag stellen. Na een bieding mag je bijvoorbeeld ook vragen wat het had betekend als er iets anders was geboden, of dat er nog andere manieren waren om iets te bieden. Vergelijk deze twee biederlopen:
1SA - 4♦ // 4♥
1SA - 2♦ // 2♥ - 4♥
Niet iedereen zal deze afspraken hebben, maar het is een mooi voorbeeld.
Beide zijn manieren om in 4♥ te komen, beiden tonen een 6-kaart harten. Met de eerste manier is er zeker geen sleminteresse, maar met de tweede is duidelijk aangeven dat de antwoordende hand op de grens van slembieden zit. Het is na één van beide biedverlopen dus volstrekt normaal om te vragen of er ook andere manieren zijn waarop 4♥ geboden kan worden en wat dan het verschil is. Volledige openheid hoort bij bridge.
Antwoord