Bingham opende 1. Zijn partner Kantar vroeg naar azen, kreeg er twee te horen en legde aan in 6. Garozzo kwam uit met ♠10. Bingham nam het aas en trok drie keer troef. Hij troefde ♠V in de hand, speelde ruiten naar de heer en keek achterdochtig naar de door Garozzo bijgespeelde 10, maar dacht het door te hebben. Garozzo had natuurlijk V-10 sec! Vol vertrouwen speelde hij ruiten naar het aas, maar tot zijn grote teleurstelling viel de vrouw niet. Bingham ging dus maar van slag met ruiten voor de vrouw van west. Garozzo speelde nu maar ♣B terug, voor het aas, de acht en de twee, waarna deze kaarten overbleven:

♠ -

H

-

♣ 10 7 4

♠ 9

-

-

♣ V 6 3

♠ B 5 4

-

-

♣ 9

♠ -

9

4

♣ H 6

Bingham

♠ 3

A H 9 7 3

A B 5

♣ 10 7 4 2

Garozzo

♠ 10 9 8 7 6

5

V 10 9

♣ V B 6 3

Belladonna

♠ H B 5 4 2

8 6 2

8 7 6

♣ 9 8

Kantar

♠ A V

V B 10 4

H 4 3 2

♣ A H 5

van Wezel

Bingham speelde 4, Belladonna speelde een kleine schoppen bij en Bingham was ten einde raad: hoe zaten die ruiten ook alweer? Was 4 nu hoog of niet? Vertwijfeld troefde hij en zag hij tot zijn schrik Garozzo niet bekennen. “Sorry, het spijt me, mompelde hij zachtjes. Ik wist het niet meer.” Na lang beraad speelde Bingham ♣10, west klein… “En klein”, zei hij met overslaande stem. En wonder boven wonder, de tien hield, de negen viel eronder en het slem was gemaakt.

Aan de andere tafel was ook 6 geboden, maar dat contract was via de snit op V en een verliezer in klaveren down gegaan. Later op de avond werd een briefje onder de deur geschoven, afkomstig van de Italiaanse captain: ‘Per favore. No more Bingham. Sincerely, Sandro Salvetti.’

Ter lering en vermaak
De bridgewereld heeft aan Kantar veel te danken. Hij schreef uitmuntende bridgeboeken, waarmee hij tienduizenden studenten beter deed spelen. Hij verrijkte de biedtheorie met het Kantar-cuebid en leverde een belangrijke bijdrage aan Roman Keycard Blackwood, een conventie die tegenwoordig gemeengoed is onder topspelers. Met zijn ongeëvenaarde humor bracht hij miljoenen bridgers de liefde voor het spel bij. En met zijn talloze vermakelijke verhalen – Kantar bezwoer dat hij ze niet had verzonnen – liet hij zien dat bridgeverhalen niet gortdroog hoeven te zijn maar ook ter lering en vermaak kunnen dienen. Een typerende anekdote volgt hieronder.

Wat nu?
In een beginnersklasje werd Kantar aan tafel geroepen door een leerlinge die halverwege het afspel niet meer wist wat ze moest doen. Kantar bekeek alle handen en zag dat de dummy hoog was. “Mooi gespeeld. Je moet nu gewoon naar de overkant gaan.” Toen hij wegliep keek hij nog even om en zag dat de vrouw was opgestaan en op de stoel van haar partner had plaatsgenomen. Hulpeloos keek ze Eddie aan: “Wat nu, Eddie?”

Eddie Kantar werd onderscheiden met prestigieuze prijzen. Zo werd hij opgenomen in de Hall of Fame. Hij ontving ook de Lazard Sportsmanship Award voor zijn prestaties en zijn sportieve gedrag aan tafel. Hij droeg die prijs op aan zijn partners: “Hun ethiek heeft mij gevormd tot de speler die ik nu ben.” Tegen Vaders zei hij: “Ik besef dat ik niet zo groot ben als de mensen denken.” Maar Kantar was te bescheiden. De kenners weten beter: Eddie Kantar was een sieraad voor de bridgesport.

Geraadpleegd
Cees Sint, Eindspelen, Algemeen Dagblad, 7 januari 1989
Ton Schipperheijn, Bridge, 18 augustus 1984
Rob Clark, Holding Serve, Bridge Bulletin, maart 2015
Sue Munday, All-Around Good Guy, Bridge Bulletin, maart 2017
Toine van Hoof, Bridger, leraar, schrijver en veelzijdig sportman, Volkskrant
Maggie Sparrow, An interview with Eddie Kantar, ABTA Quarterly, spring 2005
Walter Bingham, World Greatest Gamesman, Sports Illustrated, 11 januari 1971
Ger Vaders, Eddie Kantar en het vermaak om de absurditeiten bij het bridge, Bridge, november 1990
Edwin B. Kantar, Bridge Humor, Wilshire book company, 1977
Edwin Kantar, The best of Eddie Kantar, Granovetter Books, 1989
Eddie Kantar, Classic Kantar, Master Point Press, 1999

♠ H B 10 9 8

A B 9

A 8 7

♣ 3 2

♠ A 3 2

7 5 2

H 9

♣ H B 6 5 4

♠ V 7 6 5

V 8 4 3

B 3 2

♣ V 10

♠ 4

H 10 6

V 10 6 5 4

♣ A 9 8 7

♠ -

H V 5

7 6

♣ V 9 3 2

♠ -

8 7 4

B 10

♣ A 10 8 4

♠ 9 8 7 6

6 3 2

-

♣ H 7

♠ 5 4

A B 10 9

-

♣ B 6 5

♠ B

H V 5

8 7 6 5 4

♣ V 9 3 2

♠ V 10

8 7 4

V B 10 9

♣ A 10 8 4

♠ A H 9 8 7 6

6 3 2

A H

♣ H 7

♠ 5 4 3 2

A B 10 9

3 2

♣ B 6 5

Het leven is één groot spel
Kantar was verzot op spelletjes, waarbij het hem meer om het spel dan om de knikkers ging. Eigenlijk was zijn leven één groot spel; hij was een levensgenieter pur sang. Sportjournalist Walter Bingham volgde Kantar tijdens het WK in Stockholm en omschreef hem als een groot, klein kind, verzot op spelletjes. Het liefst sloot Kantar weddenschappen, want dat maakte het spannender. Stond je met z’n tweeën te wachten voor de lift, dan wilde Kantar om een kwartje gokken hoeveel mensen eruit zouden komen. Had je nóg een kwartje, dan wilde hij wedden wie het muntje het dichtst bij de plint kon gooien. Bij zijn geliefde tafeltennis – Kantar speelde voor de VS zelfs op een wereldkampioenschap – gaf hij de tegenstander graag een voorsprong. Bingham – zelf ook een begenadigd tafeltennisser – kreeg er tien voor en verloor met 21-18. Weg kwartje. Daarna dertien voor en weer verloor hij met 21-18. Nog een kwartje voor Eddie. Uiteindelijk kreeg Bingham de eerste vijftien punten cadeau. De uitslag liet zich raden: 21-18 voor Kantar. Drie kwartjes: snel verdiend. Kantar bood gniffelend aan zittend op een stoel te spelen, maar Bingham hield het wijselijk voor gezien.

Per favore, no more Bingham
In de volgende anekdote speelt diezelfde Bingham de hoofdrol. Het Amerikaanse team bestond uit de spelers Eisenberg, Kantar, Hamman, Wolff, Soloway en Swanson. Captain Sheinwold besloot dat de eerstgenoemde vier ’s middags zouden spelen, waarna de laatste twee besloten de stad in te gaan. Kantar ging met kibitzer Bingham naar de speelzaal, zijn partner Eisenberg ging nog snel even naar de wc. Aan tafel zaten de Italiaanse tegenstanders Garozzo en Belladonna al te wachten. Er verstreken vijf minuten, tien minuten, maar Eisenberg was in geen velden of wegen te bekennen. Later bleek daar een goede verklaring voor te zijn: een lift zat vast tussen de twee verdiepingen en Eisenberg zat dus in die lift. Het regelement was duidelijk: het derde paar mocht in noodgevallen invallen maar dat paar was al richting stad. Druk overleg met het Italiaanse kamp leerde dat de VS een invaller mochten opstellen, maar dat die niet één meesterpunt mochten hebben. In arren moede werd Bingham opgesteld. De set bestond uit zestien spellen. Bingham was overmand door zenuwen, zijn handen trilden en het zweet gutste van zijn voorhoofd. Hij liet nogal wat slagen liggen. De Italianen grossierden in niet verdiende overslagen en Bingham ging geregeld enkele slagen te veel down. Toen kwam dit spel:


Zuid gever | Allen kwetsbaar

Marshall (zuid) speelde 2♠ waartegen Phyllis (west) vlotjes met 9 uitkwam. Eddie (oost) dekte 10 met de boer en Marshall begon na te denken. Hij beredeneerde dat Phyllis 9 x moest hebben en Eddie dus H B x. Er dreigde een aftroever in die kleur en om de communicatie te verbreken dook hij de eerste slag. Eddie vervolgde met ruiten, die weer werd gedoken. Toen Phyllis de slag pakte met H, begon Marshall iets te dagen. Phyllis speelde een harten voor de tien, vrouw en aas. Marshall probeerde ♠H voor het aas. Hij won de teruggespeelde klaveren, ging met harten naar zijn hand en speelde ♠8. Eddie won met ♠V en gaf Phyllis een aftroever in ruiten. Die incasseerde een klaverenslag voor één down. Kantar schreef: “Marshall was betoverd door de uitkomst van Phyllis. Het liet hem onverschillig dat hij de enige speler aan deze zijde van de Atlantische Oceaan was, die met deze verdeling geen ruitenslag had gemaakt. Het kon hem zelfs niet schelen dat hij de enige speler in de zaal was die met deze noord-zuid-handen een minscore had gehaald. Misschien hebt u intussen mijn probleem geraden. Moet ik Marshall in de weekends nog laten logeren? Help!”

Phyllis en Eddie.

Lesgeven was Eddies lust en leven.

De joker

In 1990 interviewde Ger Vaders de Amerikaanse topspeler Eddie Kantar voor het bridgeblad van de NBB. Kantar ontpopte zich als bridger met vele gezichten: een speler van absolute wereldklasse, een vernieuwer op het gebied van bridgetheorie, een inspirerende leraar en een schrijver van talloze artikelen en boeken. Humor was zijn handelsmerk. Vandaar dat Ger Vaders hem ‘De joker’ noemde.

Zuid speelt 4♠ en west komt uit met V. Zuid neemt, en op ♠A bekennen beide tegenstanders. Op het eerste gezicht lijkt een dubbele hartensnit aantrekkelijk te zijn. Eventueel kan ♣A ook nog goed zitten. Maar bij dit zitsel leidt dat tot één down, zowel de honneurs in harten als in klaveren zitten verkeerd. Toch is er een speelwijze die gegarandeerd succes oplevert: trek de laatste troef en incasseer A. Dan blijven deze kaarten over:

Kantar was een uiterst bekwame bridger. In de jaren ‘60 werd hem zelfs gevraagd professioneel te spelen voor de beroemde Dallas Aces. Hij sloeg het aanbod af omdat hij geen zin had om te verhuizen. Desondanks speelde hij meermaals in het Amerikaanse team, werd hij twee keer wereldkampioen en veroverde hij vele titels op de Nationals, de belangrijkste Amerikaanse toernooien. Wereldfaam verwierf hij echter vooral met zijn boeken en artikelen. In 1954 publiceerde The Bridge World zijn eerste stuk. Kantar zou decennialang columns schrijven voor dit gerenommeerde tijdschrift en voor het ACBL Bulletin, het blad van de Amerikaanse bridgebond. Hij schreef tientallen boeken, stuk voor stuk bestsellers, waarvan diverse werden bekroond met de prijs voor het beste leerboek van het jaar.

Zijn gecomponeerde spellen waren leerzaam:

Nu speel je ♣H! Als oost aan slag komt met ♣A, dan is het contract meteen gemaakt. Speelt oost harten, dan verliest de leider nooit meer dan één hartenslag en twee klaverenslagen. Speelt oost klaveren, dan wordt ♣B een slag, waarop een harten uit zuid kan worden weggegooid. En als west aan slag komt met ♣A? Speelt hij harten, dan legt de leider B. Oost neemt, maar moet óf in de hartenvork spelen óf een slag cadeau doen aan ♣B. Dus moet west klaveren spelen. Zuid legt dan de boer voor de vrouw van oost, die nogmaals klaveren speelt. Zuid troeft en speelt harten naar de boer, voor de vrouw van oost, die nu ingegooid zit: hij moet in de dubbel-renonce of in de hartenvork spelen.

Zelfspot
Behalve instructieve leerboeken schreef Kantar ook schitterende bridgeverhalen, vaak gelardeerd met een flinke dosis humor en zelfspot. Het deed Vaders denken aan Simon Carmiggelt, de chroniqueur van de absurde én gewone kanten van het leven. Kantars eigen blunders gaven een inkijkje in het falen van een topbridger. “Mijn leerlingen vinden het prachtig als ik ze laat zien hoe experts in de fout kunnen gaan.” Kantar nam zichzelf vaak op de hak als sympathieke schlemiel: “Ik schrijf nooit over mijn eigen goede spellen, alleen over mijn stommiteiten.” Zijn kwetsbaarheid was voelbaar toen hij een spel beschreef waarin zijn vrouw Phyllis west zat, Eddie zelf zat oost en zuid zat Marshall Miles: “Eén van mijn beste vrienden, een vrijgezel die, als een mug door een vlam, wordt aangetrokken door wilde, fantasierijke vrouwen, in het bijzonder getrouwde, en die vaak in het weekend bij mij blijft slapen.”

Leraar, speler en schrijver
Kantar werd in 1932 in Minneapolis (VS) geboren. Zijn moeder kwam uit Parijs en zijn vader uit Roemenië. Op zijn elfde kwam hij in aanraking met bridge. Al op zijn veertiende speelde hij toernooien en twee jaar later begon hij les te geven, iets dat hij bleef doen tot zijn dood in 2022.

Phyllis en Eddie.

♠ 9 8 7 6

6 3 2

-

♣ H 7

♠ -

8 7 4

B 10

♣ A 10 8 4

♠ -

H V 5

7 6

♣ V 9 3 2

♠ 5 4

A B 10 9

-

♣ B 6 5

♠ A H 9 8 7 6

6 3 2

A H

♣ H 7

♠ V 10

8 7 4

V B 10 9

♣ A 10 8 4

♠ B

H V 5

8 7 6 5 4

♣ V 9 3 2

♠ 5 4 3 2

A B 10 9

3 2

♣ B 6 5

Bingham opende 1. Zijn partner Kantar vroeg naar azen, kreeg er twee te horen en legde aan in 6. Garozzo kwam uit met ♠10. Bingham nam het aas en trok drie keer troef. Hij troefde ♠V in de hand, speelde ruiten naar de heer en keek achterdochtig naar de door Garozzo bijgespeelde 10, maar dacht het door te hebben. Garozzo had natuurlijk V-10 sec! Vol vertrouwen speelde hij ruiten naar het aas, maar tot zijn grote teleurstelling viel de vrouw niet. Bingham ging dus maar van slag met ruiten voor de vrouw van west. Garozzo speelde nu maar ♣B terug, voor het aas, de acht en de twee, waarna deze kaarten overbleven:

Bingham speelde 4, Belladonna speelde een kleine schoppen bij en Bingham was ten einde raad: hoe zaten die ruiten ook alweer? Was 4 nu hoog of niet? Vertwijfeld troefde hij en zag hij tot zijn schrik Garozzo niet bekennen. “Sorry, het spijt me, mompelde hij zachtjes. Ik wist het niet meer.” Na lang beraad speelde Bingham ♣10, west klein… “En klein”, zei hij met overslaande stem. En wonder boven wonder, de tien hield, de negen viel eronder en het slem was gemaakt.

Aan de andere tafel was ook 6 geboden, maar dat contract was via de snit op V en een verliezer in klaveren down gegaan. Later op de avond werd een briefje onder de deur geschoven, afkomstig van de Italiaanse captain: ‘Per favore. No more Bingham. Sincerely, Sandro Salvetti.’

Ter lering en vermaak
De bridgewereld heeft aan Kantar veel te danken. Hij schreef uitmuntende bridgeboeken, waarmee hij tienduizenden studenten beter deed spelen. Hij verrijkte de biedtheorie met het Kantar-cuebid en leverde een belangrijke bijdrage aan Roman Keycard Blackwood, een conventie die tegenwoordig gemeengoed is onder topspelers. Met zijn ongeëvenaarde humor bracht hij miljoenen bridgers de liefde voor het spel bij. En met zijn talloze vermakelijke verhalen – Kantar bezwoer dat hij ze niet had verzonnen – liet hij zien dat bridgeverhalen niet gortdroog hoeven te zijn maar ook ter lering en vermaak kunnen dienen. Een typerende anekdote volgt hieronder.

Wat nu?
In een beginnersklasje werd Kantar aan tafel geroepen door een leerlinge die halverwege het afspel niet meer wist wat ze moest doen. Kantar bekeek alle handen en zag dat de dummy hoog was. “Mooi gespeeld. Je moet nu gewoon naar de overkant gaan.” Toen hij wegliep keek hij nog even om en zag dat de vrouw was opgestaan en op de stoel van haar partner had plaatsgenomen. Hulpeloos keek ze Eddie aan: “Wat nu, Eddie?”

Eddie Kantar werd onderscheiden met prestigieuze prijzen. Zo werd hij opgenomen in de Hall of Fame. Hij ontving ook de Lazard Sportsmanship Award voor zijn prestaties en zijn sportieve gedrag aan tafel. Hij droeg die prijs op aan zijn partners: “Hun ethiek heeft mij gevormd tot de speler die ik nu ben.” Tegen Vaders zei hij: “Ik besef dat ik niet zo groot ben als de mensen denken.” Maar Kantar was te bescheiden. De kenners weten beter: Eddie Kantar was een sieraad voor de bridgesport.

Geraadpleegd
Cees Sint, Eindspelen, Algemeen Dagblad, 7 januari 1989
Ton Schipperheijn, Bridge, 18 augustus 1984
Rob Clark, Holding Serve, Bridge Bulletin, maart 2015
Sue Munday, All-Around Good Guy, Bridge Bulletin, maart 2017
Toine van Hoof, Bridger, leraar, schrijver en veelzijdig sportman, Volkskrant
Maggie Sparrow, An interview with Eddie Kantar, ABTA Quarterly, spring 2005
Walter Bingham, World Greatest Gamesman, Sports Illustrated, 11 januari 1971
Ger Vaders, Eddie Kantar en het vermaak om de absurditeiten bij het bridge, Bridge, november 1990
Edwin B. Kantar, Bridge Humor, Wilshire book company, 1977
Edwin Kantar, The best of Eddie Kantar, Granovetter Books, 1989
Eddie Kantar, Classic Kantar, Master Point Press, 1999

van Wezel

Lesgeven was Eddies lust en leven.

♠ H B 10 9 8

A B 9

A 8 7

♣ 3 2

♠ A 3 2

7 5 2

H 9

♣ H B 6 5 4

♠ V 7 6 5

V 8 4 3

B 3 2

♣ V 10

♠ 4

H 10 6

V 10 6 5 4

♣ A 9 8 7

Het leven is één groot spel
Kantar was verzot op spelletjes, waarbij het hem meer om het spel dan om de knikkers ging. Eigenlijk was zijn leven één groot spel; hij was een levensgenieter pur sang. Sportjournalist Walter Bingham volgde Kantar tijdens het WK in Stockholm en omschreef hem als een groot, klein kind, verzot op spelletjes. Het liefst sloot Kantar weddenschappen, want dat maakte het spannender. Stond je met z’n tweeën te wachten voor de lift, dan wilde Kantar om een kwartje gokken hoeveel mensen eruit zouden komen. Had je nóg een kwartje, dan wilde hij wedden wie het muntje het dichtst bij de plint kon gooien. Bij zijn geliefde tafeltennis – Kantar speelde voor de VS zelfs op een wereldkampioenschap – gaf hij de tegenstander graag een voorsprong. Bingham – zelf ook een begenadigd tafeltennisser – kreeg er tien voor en verloor met 21-18. Weg kwartje. Daarna dertien voor en weer verloor hij met 21-18. Nog een kwartje voor Eddie. Uiteindelijk kreeg Bingham de eerste vijftien punten cadeau. De uitslag liet zich raden: 21-18 voor Kantar. Drie kwartjes: snel verdiend. Kantar bood gniffelend aan zittend op een stoel te spelen, maar Bingham hield het wijselijk voor gezien.

Per favore, no more Bingham
In de volgende anekdote speelt diezelfde Bingham de hoofdrol. Het Amerikaanse team bestond uit de spelers Eisenberg, Kantar, Hamman, Wolff, Soloway en Swanson. Captain Sheinwold besloot dat de eerstgenoemde vier ’s middags zouden spelen, waarna de laatste twee besloten de stad in te gaan. Kantar ging met kibitzer Bingham naar de speelzaal, zijn partner Eisenberg ging nog snel even naar de wc. Aan tafel zaten de Italiaanse tegenstanders Garozzo en Belladonna al te wachten. Er verstreken vijf minuten, tien minuten, maar Eisenberg was in geen velden of wegen te bekennen. Later bleek daar een goede verklaring voor te zijn: een lift zat vast tussen de twee verdiepingen en Eisenberg zat dus in die lift. Het regelement was duidelijk: het derde paar mocht in noodgevallen invallen maar dat paar was al richting stad. Druk overleg met het Italiaanse kamp leerde dat de VS een invaller mochten opstellen, maar dat die niet één meesterpunt mochten hebben. In arren moede werd Bingham opgesteld. De set bestond uit zestien spellen. Bingham was overmand door zenuwen, zijn handen trilden en het zweet gutste van zijn voorhoofd. Hij liet nogal wat slagen liggen. De Italianen grossierden in niet verdiende overslagen en Bingham ging geregeld enkele slagen te veel down. Toen kwam dit spel:


Zuid gever | Allen kwetsbaar

Marshall (zuid) speelde 2♠ waartegen Phyllis (west) vlotjes met 9 uitkwam. Eddie (oost) dekte 10 met de boer en Marshall begon na te denken. Hij beredeneerde dat Phyllis 9 x moest hebben en Eddie dus H B x. Er dreigde een aftroever in die kleur en om de communicatie te verbreken dook hij de eerste slag. Eddie vervolgde met ruiten, die weer werd gedoken. Toen Phyllis de slag pakte met H, begon Marshall iets te dagen. Phyllis speelde een harten voor de tien, vrouw en aas. Marshall probeerde ♠H voor het aas. Hij won de teruggespeelde klaveren, ging met harten naar zijn hand en speelde ♠8. Eddie won met ♠V en gaf Phyllis een aftroever in ruiten. Die incasseerde een klaverenslag voor één down. Kantar schreef: “Marshall was betoverd door de uitkomst van Phyllis. Het liet hem onverschillig dat hij de enige speler aan deze zijde van de Atlantische Oceaan was, die met deze verdeling geen ruitenslag had gemaakt. Het kon hem zelfs niet schelen dat hij de enige speler in de zaal was die met deze noord-zuid-handen een minscore had gehaald. Misschien hebt u intussen mijn probleem geraden. Moet ik Marshall in de weekends nog laten logeren? Help!”

Nu speel je ♣H! Als oost aan slag komt met ♣A, dan is het contract meteen gemaakt. Speelt oost harten, dan verliest de leider nooit meer dan één hartenslag en twee klaverenslagen. Speelt oost klaveren, dan wordt ♣B een slag, waarop een harten uit zuid kan worden weggegooid. En als west aan slag komt met ♣A? Speelt hij harten, dan legt de leider B. Oost neemt, maar moet óf in de hartenvork spelen óf een slag cadeau doen aan ♣B. Dus moet west klaveren spelen. Zuid legt dan de boer voor de vrouw van oost, die nogmaals klaveren speelt. Zuid troeft en speelt harten naar de boer, voor de vrouw van oost, die nu ingegooid zit: hij moet in de dubbel-renonce of in de hartenvork spelen.

Zelfspot
Behalve instructieve leerboeken schreef Kantar ook schitterende bridgeverhalen, vaak gelardeerd met een flinke dosis humor en zelfspot. Het deed Vaders denken aan Simon Carmiggelt, de chroniqueur van de absurde én gewone kanten van het leven. Kantars eigen blunders gaven een inkijkje in het falen van een topbridger. “Mijn leerlingen vinden het prachtig als ik ze laat zien hoe experts in de fout kunnen gaan.” Kantar nam zichzelf vaak op de hak als sympathieke schlemiel: “Ik schrijf nooit over mijn eigen goede spellen, alleen over mijn stommiteiten.” Zijn kwetsbaarheid was voelbaar toen hij een spel beschreef waarin zijn vrouw Phyllis west zat, Eddie zelf zat oost en zuid zat Marshall Miles: “Eén van mijn beste vrienden, een vrijgezel die, als een mug door een vlam, wordt aangetrokken door wilde, fantasierijke vrouwen, in het bijzonder getrouwde, en die vaak in het weekend bij mij blijft slapen.”

Zuid speelt 4♠ en west komt uit met V. Zuid neemt, en op ♠A bekennen beide tegenstanders. Op het eerste gezicht lijkt een dubbele hartensnit aantrekkelijk te zijn. Eventueel kan ♣A ook nog goed zitten. Maar bij dit zitsel leidt dat tot één down, zowel de honneurs in harten als in klaveren zitten verkeerd. Toch is er een speelwijze die gegarandeerd succes oplevert: trek de laatste troef en incasseer A. Dan blijven deze kaarten over:

♠ -

H

-

♣ 10 7 4

♠ 9

-

-

♣ V 6 3

♠ B 5 4

-

-

♣ 9

♠ -

9

4

♣ H 6

Bingham

♠ 3

A H 9 7 3

A B 5

♣ 10 7 4 2

Garozzo

♠ 10 9 8 7 6

5

V 10 9

♣ V B 6 3

Belladonna

♠ H B 5 4 2

8 6 2

8 7 6

♣ 9 8

Kantar

♠ A V

V B 10 4

H 4 3 2

♣ A H 5

Kantar was een uiterst bekwame bridger. In de jaren ‘60 werd hem zelfs gevraagd professioneel te spelen voor de beroemde Dallas Aces. Hij sloeg het aanbod af omdat hij geen zin had om te verhuizen. Desondanks speelde hij meermaals in het Amerikaanse team, werd hij twee keer wereldkampioen en veroverde hij vele titels op de Nationals, de belangrijkste Amerikaanse toernooien. Wereldfaam verwierf hij echter vooral met zijn boeken en artikelen. In 1954 publiceerde The Bridge World zijn eerste stuk. Kantar zou decennialang columns schrijven voor dit gerenommeerde tijdschrift en voor het ACBL Bulletin, het blad van de Amerikaanse bridgebond. Hij schreef tientallen boeken, stuk voor stuk bestsellers, waarvan diverse werden bekroond met de prijs voor het beste leerboek van het jaar.

Zijn gecomponeerde spellen waren leerzaam:

Leraar, speler en schrijver
Kantar werd in 1932 in Minneapolis (VS) geboren. Zijn moeder kwam uit Parijs en zijn vader uit Roemenië. Op zijn elfde kwam hij in aanraking met bridge. Al op zijn veertiende speelde hij toernooien en twee jaar later begon hij les te geven, iets dat hij bleef doen tot zijn dood in 2022.

De joker

In 1990 interviewde Ger Vaders de Amerikaanse topspeler Eddie Kantar voor het bridgeblad van de NBB. Kantar ontpopte zich als bridger met vele gezichten: een speler van absolute wereldklasse, een vernieuwer op het gebied van bridgetheorie, een inspirerende leraar en een schrijver van talloze artikelen en boeken. Humor was zijn handelsmerk. Vandaar dat Ger Vaders hem ‘De joker’ noemde.