Douwe Draaisma

“Goed kunnen bridgen zegt niks over of je kunt onthouden waar het boek dat je twee weken geleden las over ging”

FOTO: SHUTTERSTOCK

Douwe Draaisma

“Het goede nieuws is dat (denk)sport een sociale activiteit is, waardoor je actief blijft. Betrokkenheid doet meer voor je geheugen dan de sport zelf”

FOTO: SHUTTERSTOCK

van Breemen

Bij psycholoog Douwe Draaisma moet je zijn met al je vragen rondom het geheugen. Hij wordt niet voor niets ‘geheugenprofessor’ genoemd en schreef de bestseller Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt. BridgeNL sprak hem over herinneringen en bezig blijven bij het ouder worden. “Je kunt op je zestigste nog gerust leren vioolspelen en tegelijkertijd steeds vaker namen vergeten.”

Douwe Draaisma

“Zonder geheugen ben je als mens eigenlijk niets. Het bepaalt je intelligentie, je persoonlijkheid en je geschiedenis”

Vaak wordt bezig blijven bij het ouder worden aangeraden. Werkt dat wel voor het geheugen?
“Zeker. Het goede nieuws is dat (denk)sport een sociale activiteit is, waardoor je actief blijft. Waar, wanneer en met wie je sport, gaat over afspraken maken. Je moet op een bepaalde plek op een bepaalde tijd verschijnen, waardoor de dingen ook blijven draaien bovenin. Dankzij die afspraken houd je je geheugen actief en up-to-date zonder dat je er erg in hebt. Betrokkenheid doet meer voor je geheugen dan de sport zelf.”

Blijven bridgen dus.
“Bridge is inderdaad goed voor je geheugen. Niet alleen wegens het sociale aspect, maar ook omdat je moet onthouden welke kaarten uit het spel zijn en welke slagen iemand heeft gemaakt. Daarmee train je je concentratie en je kortetermijngeheugen. Maar goed kunnen bridgen hoeft dus geen effect te hebben op andere types van het geheugen. Het zegt niks over of je kunt onthouden waar het boek dat je twee weken geleden las over ging.”

Bent u zelf een bridger?
Lachend: “Ik heb, ondanks mijn pensioen, geen plannen om te gaan bridgen, maar ik dam wel.”

U bent nu 69 en alweer een paar jaar met pensioen. Doet u naast dammen nog meer om uw geheugen actief te houden?
“Nog steeds veel lezen en boeken schrijven. En ik ervaar het reminiscentie-effect intussen ook zelf: ik ben veel bezig met mijn opa, die ik tot mijn tiende heb gekend. Ik doe onderzoek naar zijn lotgevallen tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen hij politieagent in Leeuwarden was en uiteindelijk in Kamp Erika in Ommen terechtkwam. Zo kom ik dichter tot opa en dat is eigenlijk heel leuk.”

Nu we weten hoe het geheugen werkt, kunnen we het misschien ook beter trainen?
“Zo werkt het helaas niet. Het geheugen is onder te verdelen in verschillende types en die zijn niet allemaal te trainen. Het motorische geheugen kun je oefenen, waardoor je op je zestigste nog gerust kunt leren vioolspelen: die bewegingen zetten zich vast in je spiergeheugen. Tegelijkertijd kun je niet meer op namen komen – dat is het type geheugen dat over informatie gaat. Vergeet je inmiddels snel namen, dan kun je ze net zo goed even opschrijven.”

Dus op het moment dat je namen gaat vergeten, weet je: de aftakeling van het geheugen is begonnen?
“Vaak merken mensen die achteruitgang als ze tegen de zestig lopen. Sommigen al eerder, sommigen later. Het moeite hebben met eigen voornemens onthouden is echt leeftijdsgebonden. Meestal begint het met het niet op namen kunnen komen, daarna breidt het zich uit naar het vergeten van bepaalde woorden. Weer wat later vergeten ouderen ook hun plannen. Dat heeft te maken met het geheugen voor de toekomst: wat je nog moet gaan doen, wordt als eerste aangetast.”

Is daar iets tegen te doen? U had het al over het opschrijven van namen.
“Je kunt het opschrijven, maar dan moet je natuurlijk niet vergeten dat je dat hebt gedaan. Het probleem is: geheugensteuntjes gaan over de toekomst. We proberen het geheugen te ondersteunen met briefjes, maar hebben datzelfde geheugen nodig om ons dat briefje te kunnen herinneren. Nog een voorbeeld: je hebt een boek van iemand geleend en wilt dat ’s avonds aan diegene teruggeven. Je denkt dan: Laat ik het boek nu vast in mijn tas stoppen, dan vergeet ik het niet. Maar ’s avonds kom je thuis en zit dat boek nog steeds in je tas. Vaak zeg ik tegen ouderen die daarvan balen, dat ze zich erbij neer moeten leggen en dat het niet hun schuld is. Zo werkt ons geheugen gewoon.”

‘Geheugenprofessor’, een eervolle naam. Waarom bent u zo gefascineerd door het geheugen?
“Het geheugen is de basis in de psychologie en daarmee de essentie van het vak. Zonder geheugen ben je als mens eigenlijk niets. Het bepaalt je intelligentie, je persoonlijkheid en je geschiedenis. Mijn fascinatie voor het geheugen begon al op de middelbare school, nadat ik het werk van schrijver Rudy Kousbroek over tijd en geheugen las. Elk mens komt er naarmate hij ouder wordt achter hoe herinneringen zich gedragen. Als twintigjarige ervaar je de wereld anders dan als zestigjarige.”

Hoe komt dat?
“Dat noemen we het reminiscentie-effect: de vroege periode uit je leven, van je vijftiende tot en met je twintigste, komt veel prominenter in je herinneringen naar voren dan de tijd dat je een jaar of veertig, vijftig was. Een paradoxale uitwerking, want die laatste periode is korter geleden. Toch maakt het geheugen steeds sprongen naar die vroege periode uit je leven. Je herinnert je ineens weer het gezicht van een oude vriend die je al jaren niet meer hebt gezien of je luistert plots weer graag naar muziek uit die tijd.”

Je herinnert je plots je favoriete liedjes uit je tienertijd weer. Dat klinkt alsof er voor het brein ook voordelen aan ouder worden zitten.
“Ja, voor veel mensen is dat reminiscentie-effect aangenaam, zeker als je een plezierige jeugd hebt gehad. Je vindt vrienden van vroeger terug of organiseert een reünie voor oude bekenden. Of je gaat terug naar je oude buurt voor een wandeling. Allemaal om vervlogen herinneringen op te halen. Maar viel je tienertijd samen met bijvoorbeeld oorlog, dan kan het helaas ook in je nadeel werken. Je herinneringen brengen dan een tijd terug die je liever vergeet.”

Douwe Draaisma

“Goed kunnen bridgen zegt niks over of je kunt onthouden waar het boek dat je twee weken geleden las over ging”

Vaak wordt bezig blijven bij het ouder worden aangeraden. Werkt dat wel voor het geheugen?
“Zeker. Het goede nieuws is dat (denk)sport een sociale activiteit is, waardoor je actief blijft. Waar, wanneer en met wie je sport, gaat over afspraken maken. Je moet op een bepaalde plek op een bepaalde tijd verschijnen, waardoor de dingen ook blijven draaien bovenin. Dankzij die afspraken houd je je geheugen actief en up-to-date zonder dat je er erg in hebt. Betrokkenheid doet meer voor je geheugen dan de sport zelf.”

Blijven bridgen dus.
“Bridge is inderdaad goed voor je geheugen. Niet alleen wegens het sociale aspect, maar ook omdat je moet onthouden welke kaarten uit het spel zijn en welke slagen iemand heeft gemaakt. Daarmee train je je concentratie en je kortetermijngeheugen. Maar goed kunnen bridgen hoeft dus geen effect te hebben op andere types van het geheugen. Het zegt niks over of je kunt onthouden waar het boek dat je twee weken geleden las over ging.”

Bent u zelf een bridger?
Lachend: “Ik heb, ondanks mijn pensioen, geen plannen om te gaan bridgen, maar ik dam wel.”

U bent nu 69 en alweer een paar jaar met pensioen. Doet u naast dammen nog meer om uw geheugen actief te houden?
“Nog steeds veel lezen en boeken schrijven. En ik ervaar het reminiscentie-effect intussen ook zelf: ik ben veel bezig met mijn opa, die ik tot mijn tiende heb gekend. Ik doe onderzoek naar zijn lotgevallen tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen hij politieagent in Leeuwarden was en uiteindelijk in Kamp Erika in Ommen terechtkwam. Zo kom ik dichter tot opa en dat is eigenlijk heel leuk.”

FOTO: SHUTTERSTOCK

Nu we weten hoe het geheugen werkt, kunnen we het misschien ook beter trainen?
“Zo werkt het helaas niet. Het geheugen is onder te verdelen in verschillende types en die zijn niet allemaal te trainen. Het motorische geheugen kun je oefenen, waardoor je op je zestigste nog gerust kunt leren vioolspelen: die bewegingen zetten zich vast in je spiergeheugen. Tegelijkertijd kun je niet meer op namen komen – dat is het type geheugen dat over informatie gaat. Vergeet je inmiddels snel namen, dan kun je ze net zo goed even opschrijven.”

Dus op het moment dat je namen gaat vergeten, weet je: de aftakeling van het geheugen is begonnen?
“Vaak merken mensen die achteruitgang als ze tegen de zestig lopen. Sommigen al eerder, sommigen later. Het moeite hebben met eigen voornemens onthouden is echt leeftijdsgebonden. Meestal begint het met het niet op namen kunnen komen, daarna breidt het zich uit naar het vergeten van bepaalde woorden. Weer wat later vergeten ouderen ook hun plannen. Dat heeft te maken met het geheugen voor de toekomst: wat je nog moet gaan doen, wordt als eerste aangetast.”

Is daar iets tegen te doen? U had het al over het opschrijven van namen.
“Je kunt het opschrijven, maar dan moet je natuurlijk niet vergeten dat je dat hebt gedaan. Het probleem is: geheugensteuntjes gaan over de toekomst. We proberen het geheugen te ondersteunen met briefjes, maar hebben datzelfde geheugen nodig om ons dat briefje te kunnen herinneren. Nog een voorbeeld: je hebt een boek van iemand geleend en wilt dat ’s avonds aan diegene teruggeven. Je denkt dan: Laat ik het boek nu vast in mijn tas stoppen, dan vergeet ik het niet. Maar ’s avonds kom je thuis en zit dat boek nog steeds in je tas. Vaak zeg ik tegen ouderen die daarvan balen, dat ze zich erbij neer moeten leggen en dat het niet hun schuld is. Zo werkt ons geheugen gewoon.”

Douwe Draaisma

“Zonder geheugen ben je als mens eigenlijk niets. Het bepaalt je intelligentie, je persoonlijkheid en je geschiedenis”

“Het goede nieuws is dat (denk)sport een sociale activiteit is, waardoor je actief blijft. Betrokkenheid doet meer voor je geheugen dan de sport zelf”

Douwe Draaisma

‘Geheugenprofessor’, een eervolle naam. Waarom bent u zo gefascineerd door het geheugen?
“Het geheugen is de basis in de psychologie en daarmee de essentie van het vak. Zonder geheugen ben je als mens eigenlijk niets. Het bepaalt je intelligentie, je persoonlijkheid en je geschiedenis. Mijn fascinatie voor het geheugen begon al op de middelbare school, nadat ik het werk van schrijver Rudy Kousbroek over tijd en geheugen las. Elk mens komt er naarmate hij ouder wordt achter hoe herinneringen zich gedragen. Als twintigjarige ervaar je de wereld anders dan als zestigjarige.”

Hoe komt dat?
“Dat noemen we het reminiscentie-effect: de vroege periode uit je leven, van je vijftiende tot en met je twintigste, komt veel prominenter in je herinneringen naar voren dan de tijd dat je een jaar of veertig, vijftig was. Een paradoxale uitwerking, want die laatste periode is korter geleden. Toch maakt het geheugen steeds sprongen naar die vroege periode uit je leven. Je herinnert je ineens weer het gezicht van een oude vriend die je al jaren niet meer hebt gezien of je luistert plots weer graag naar muziek uit die tijd.”

Je herinnert je plots je favoriete liedjes uit je tienertijd weer. Dat klinkt alsof er voor het brein ook voordelen aan ouder worden zitten.
“Ja, voor veel mensen is dat reminiscentie-effect aangenaam, zeker als je een plezierige jeugd hebt gehad. Je vindt vrienden van vroeger terug of organiseert een reünie voor oude bekenden. Of je gaat terug naar je oude buurt voor een wandeling. Allemaal om vervlogen herinneringen op te halen. Maar viel je tienertijd samen met bijvoorbeeld oorlog, dan kan het helaas ook in je nadeel werken. Je herinneringen brengen dan een tijd terug die je liever vergeet.”

van Breemen

Bij psycholoog Douwe Draaisma moet je zijn met al je vragen rondom het geheugen. Hij wordt niet voor niets ‘geheugenprofessor’ genoemd en schreef de bestseller Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt. BridgeNL sprak hem over herinneringen en bezig blijven bij het ouder worden. “Je kunt op je zestigste nog gerust leren vioolspelen en tegelijkertijd steeds vaker namen vergeten.”