
In elke gedrukte én digitale editie van BridgeNL buigen bekwame arbiters zich over brandende bridgekwesties. Paul Vonck, Rens Philipsen, Marieke Quant en Erik Slump vormen een panel van arbiters en bespreken de vragen. Marieke Quant en Erik Slump laten in dit e-zine hun licht schijnen over twee lezersvragen.
2
vraag
1
vraag
regels
Spel

ANTWOORD
ANTWOORD

VORIGE

VOLGENDE
Ik arbitreer drie dagen per week en onlangs kwam ik in de Spelregels een zin tegen die ik niet begrijp.
In het Spelregelboekje (het meest recente, uit 2017) lees ik op pagina 78 de volgende voetnoot bij artikel 64A: “In het kader van dit artikel is een slag gewonnen door de blinde, niet gewonnen door de leider.”
Wij kunnen met deze toevoeging geen kant op. Hoewel ik iedere week vaak met succes het cryptogram van het dagblad TROUW oplos, is deze tekst abracadabra.
Ik heb twee vragen:
Zou je mij een casus willen voorschotelen waarbij jij als arbiter aan tafel wordt uitgenodigd en waarbij je deze voetnoot gaat toepassen? Kortom: Wat heeft deze zin voor consequenties voor het arbitreren?
Als dat dus geldt voor de leider + dummy, waarom geldt hij dan niet ook voor de tegenpartij? Stel: OW spelen tegen en west verzaakt. Waarom staat er dan niet dat “een slag gewonnen door oost is niet gewonnen door west”?
Ik heb Perfect Rechtgezet erop nagelezen, maar kon het antwoord op onze vraag niet vinden...
Zonder jouw antwoord is het lastig in slaap te vallen. 😯😯
Antwoord

VRAAG 1
Onduidelijke verduidelijking

Marieke Quant
ANTWOORD
ANTWOORD

DEZE VRAAG

VOLGENDE VRAAG

TOP
Antwoord

Na een verzaking worden er normaliter één of twee slagen overgedragen, een soort standaardcompensatie. Als we artikel 64A erbij pakken, dan geldt het volgende:
als de overtreder de slag waarin verzaakt is heeft gemaakt en de overtredende partij daarna ook nog slagen maakt, dan worden in totaal twee slagen overgedragen (64A1);
als de overtreder de slag waarin verzaakt is niet heeft gemaakt en zijn partij deze of enige volgende slag maakt, dan wordt één slag overgedragen (64A2).
Bekijk nu eens het volgende voorbeeld. Zuid is leider in 4♠. In de dummy ligt van harten A V B. West is aan slag en speelt een kleine harten. De leider snijdt met ♥V, oost speelt een kleintje en de leider gooit een ruiten weg in plaats van te bekennen. Een paar slagen later komen de spelers er achter dat zuid verzaakt heeft. Zuid is de overtreder en de vraag is hoeveel slagen er overgedragen moeten worden. De cruciale vraag is dan: Heeft zuid de slag gemaakt? De slag is gemaakt met ♥V in de dummy en volgens de voetnoot dus niet door de leider. Daarmee is artikel 64A1 niet van toepassing en passen we artikel 64A2 toe. Er wordt één slag overgedragen. Als oost ♥H had gespeeld en de leider had getroefd, dan was artikel 64A1 wel van toepassing en hadden er twee slagen overgedragen moeten worden. Kortom: het gaat erom of degene die verzaakt heeft de slag heeft gehaald met de kaart die hij heeft gespeeld in plaats van de kaart die hij had kunnen bekennen. In de praktijk komt dit dus alleen maar voor als degene die verzaakt aftroeft in plaats van bekent.
Wat betreft jouw tweede vraag: de leider speelt zowel zijn eigen kaarten als die van de dummy en dat kan bij de toepassing van dit artikel makkelijk tot verwarring leiden. De leider kan immers een slag zowel in de hand als in de dummy winnen en dat verschil is in dit artikel belangrijk. Bij de tegenspelers speelt ieder zijn eigen hand en daarmee is er geen extra verduidelijking nodig. Er zal immers geen misverstand ontstaan welke tegenspeler verzaakt heeft en of deze tegenspeler de betreffende slag heeft gemaakt. De regel is dus zowel voor de leider als voor de tegenspelers gelijk.
♠ V B
♥ V x x x x
♦ x x
♣ H x x x
♠ A H x
♥ H B x x
♦ A x
♣ A B x x

ANTWOORD
ANTWOORD
VRAAG 2
Omgaan met vergelijkbaar

VORIGE
Mijn partner had:
Gisteren was mijn partner even in de bonen. Ik opende 2SA en hij antwoordde 2♦. De dienstdoende arbiter erbij, die terecht concludeerde dat het geen misgreep was. De rechtertegenstander accepteerde het onvoldoende bod niet, waarop mijn partner 3♦ bood, waarna voor mij geen beperkingen golden, omdat de arbiter dit beoordeelde als een vergelijkbare bieding.
Ik heb het 3♦-bod gealerteerd en op de vraag waarom ik dat deed, geantwoord dat we uiteraard geen afspraken hadden over deze situatie, dat zou volgens mij zelfs illegaal zijn, en dat het bod dus zowel reëel als een transfer voor harten zou kunnen zijn.
Vervolgens bood ik 4♥, dat met twee overslagen is gemaakt.
Mijn vragen:
Vind je het terecht dat de arbiter de vervanging zonder beperkingen toestond, met andere woorden is het een vergelijkbaar bod zoals bedoeld in artikel 27B1b? Of had mijn partner beter 3♥ kunnen bieden (artikel 27B1a), dus het laagste bod in de aangeduide kleur van de ingetrokken bieding?
Is er bovendien iets mis met mijn 4♥?
Overigens hadden onze tegenstanders geen problemen met het bieden en het resultaat, de vraag is bedoeld omdat naar mijn mening artikel 27 beide correcties toestaat en ik me afvraag of jij die mening deelt. De informatie uit het ingetrokken bod is immers geoorloofd.
Mijn hand:
Antwoord


Erik Slump

VORIGE VRAAG

TOP
ANTWOORD
ANTWOORD
Antwoord

Laten we beginnen met de complimenten voor de arbiter. De stap om te controleren of er sprake was van een misgreep, wordt vaak overgeslagen. Dat was het hier niet en uit de gegeven hand concludeer ik dat jouw maat dacht dat er 1SA lag. Dat is belangrijk voor de verdere arbitrage.
Dat jullie geen afspraken hebben over het bieden na 2SA, geloof ik niet. Zodra je deze opening leert, leer je ook dat je daar ook Stayman en Jacoby speelt. Ik vermoed dat je bedoelt dat jullie geen afspraken hebben over wat te doen na een onvoldoende bod. Daar mag je inderdaad geen afspraken voor hebben. Dat zou toch wat zijn. Als ik eerst onvoldoende bied, dan betekent het A en anders B. Dat is denk ik ook waar je op doelt als je zegt: “Dat zou illegaal zijn.” En dat klopt dus.
Dan jouw vragen:
Over vraag 1: je hebt de tekst niet helemaal goed begrepen en haalt daardoor 27B1a en 27B1b door elkaar.
De hele reden voor artikel 27 is om ervoor te zorgen dat er geen, of anders zo min mogelijk, informatie over tafel gaat. Dus zegt dat artikel bij B1a, dat als je bij het voldoende maken dezelfde speelsoort aanduidt als je met het onvoldoende bod deed, je daarna zonder rechtzettingen mag doorbieden. 2♦ over de vermeende 1SA duidt hartens aan. 3♦ over de daadwerkelijke 2SA duidt ook hartens aan. Na 3♦ is er dus verder geen beperking. Jouw maat heeft het goed gedaan.
Voor de verduidelijking: dit heeft niets met een vergelijkbare bieding (B1b) te maken. Dat komt meestal pas als voldoende maken in dezelfde speelsoort (B1a) geen optie meer is.
Jouw maat had dus niet 3♥ kunnen bieden, want dat had schoppens aangeduid. Nu zijn er slimmeriken die dan expres 3♥ bieden, zodat hun maat niet meer mag bieden, maar ook daar hebben de spelregels een oplossing voor. Daar gaan we nu niet op in.
Over vraag 2: er is helemaal niets mis met jouw 4♥. Transferweigeringen zijn ook hier normaal.
Tot slot jouw laatste opmerking. Die klopt ook niet. Als 27B1a of 27B1b van toepassing is, geldt het artikel over ongeoorloofde informatie (16C) niet, maar 27D geldt wel. Dat artikel doet in principe hetzelfde, maar dan achteraf. Het zou een beetje raar zijn dat je niet mag weten dat maat eerst een Jacoby-transfer deed, als die dat daarna opnieuw doet.

2
vraag
1
vraag
In elke gedrukte én digitale editie van BridgeNL buigen bekwame arbiters zich over brandende bridgekwesties. Paul Vonck, Rens Philipsen, Marieke Quant en Erik Slump vormen een panel van arbiters en bespreken de vragen. Marieke Quant en Erik Slump laten in dit e-zine hun licht schijnen over twee lezersvragen.
regels
Spel

Antwoord

Ik arbitreer drie dagen per week en onlangs kwam ik in de Spelregels een zin tegen die ik niet begrijp.
In het Spelregelboekje (het meest recente, uit 2017) lees ik op pagina 78 de volgende voetnoot bij artikel 64A: “In het kader van dit artikel is een slag gewonnen door de blinde, niet gewonnen door de leider.”
Wij kunnen met deze toevoeging geen kant op. Hoewel ik iedere week vaak met succes het cryptogram van het dagblad TROUW oplos, is deze tekst abracadabra.
Ik heb twee vragen:
Zou je mij een casus willen voorschotelen waarbij jij als arbiter aan tafel wordt uitgenodigd en waarbij je deze voetnoot gaat toepassen? Kortom: Wat heeft deze zin voor consequenties voor het arbitreren?
Als dat dus geldt voor de leider + dummy, waarom geldt hij dan niet ook voor de tegenpartij? Stel: OW spelen tegen en west verzaakt. Waarom staat er dan niet dat “een slag gewonnen door oost is niet gewonnen door west”?
Ik heb Perfect Rechtgezet erop nagelezen, maar kon het antwoord op onze vraag niet vinden...
Zonder jouw antwoord is het lastig in slaap te vallen. 😯😯
Onduidelijke verduidelijking
VRAAG 1

VORIGE

VOLGENDE


DEZE VRAAG

VOLGENDE VRAAG

TOP
Na een verzaking worden er normaliter één of twee slagen overgedragen, een soort standaardcompensatie. Als we artikel 64A erbij pakken, dan geldt het volgende:
als de overtreder de slag waarin verzaakt is heeft gemaakt en de overtredende partij daarna ook nog slagen maakt, dan worden in totaal twee slagen overgedragen (64A1);
als de overtreder de slag waarin verzaakt is niet heeft gemaakt en zijn partij deze of enige volgende slag maakt, dan wordt één slag overgedragen (64A2).
Bekijk nu eens het volgende voorbeeld. Zuid is leider in 4♠. In de dummy ligt van harten A V B. West is aan slag en speelt een kleine harten. De leider snijdt met ♥V, oost speelt een kleintje en de leider gooit een ruiten weg in plaats van te bekennen. Een paar slagen later komen de spelers er achter dat zuid verzaakt heeft. Zuid is de overtreder en de vraag is hoeveel slagen er overgedragen moeten worden. De cruciale vraag is dan: Heeft zuid de slag gemaakt? De slag is gemaakt met ♥V in de dummy en volgens de voetnoot dus niet door de leider. Daarmee is artikel 64A1 niet van toepassing en passen we artikel 64A2 toe. Er wordt één slag overgedragen. Als oost ♥H had gespeeld en de leider had getroefd, dan was artikel 64A1 wel van toepassing en hadden er twee slagen overgedragen moeten worden. Kortom: het gaat erom of degene die verzaakt heeft de slag heeft gehaald met de kaart die hij heeft gespeeld in plaats van de kaart die hij had kunnen bekennen. In de praktijk komt dit dus alleen maar voor als degene die verzaakt aftroeft in plaats van bekent.
Wat betreft jouw tweede vraag: de leider speelt zowel zijn eigen kaarten als die van de dummy en dat kan bij de toepassing van dit artikel makkelijk tot verwarring leiden. De leider kan immers een slag zowel in de hand als in de dummy winnen en dat verschil is in dit artikel belangrijk. Bij de tegenspelers speelt ieder zijn eigen hand en daarmee is er geen extra verduidelijking nodig. Er zal immers geen misverstand ontstaan welke tegenspeler verzaakt heeft en of deze tegenspeler de betreffende slag heeft gemaakt. De regel is dus zowel voor de leider als voor de tegenspelers gelijk.

Antwoord

Mijn partner had:
♠ A H x
♥ H B x x
♦ A x
♣ A B x x
♠ V B
♥ V x x x x
♦ x x
♣ H x x x
Omgaan met vergelijkbaar
VRAAG 2

VORIGE
Antwoord

Gisteren was mijn partner even in de bonen. Ik opende 2SA en hij antwoordde 2♦. De dienstdoende arbiter erbij, die terecht concludeerde dat het geen misgreep was. De rechtertegenstander accepteerde het onvoldoende bod niet, waarop mijn partner 3♦ bood, waarna voor mij geen beperkingen golden, omdat de arbiter dit beoordeelde als een vergelijkbare bieding.
Ik heb het 3♦-bod gealerteerd en op de vraag waarom ik dat deed, geantwoord dat we uiteraard geen afspraken hadden over deze situatie, dat zou volgens mij zelfs illegaal zijn, en dat het bod dus zowel reëel als een transfer voor harten zou kunnen zijn.
Vervolgens bood ik 4♥, dat met twee overslagen is gemaakt.
Mijn vragen:
Vind je het terecht dat de arbiter de vervanging zonder beperkingen toestond, met andere woorden is het een vergelijkbaar bod zoals bedoeld in artikel 27B1b? Of had mijn partner beter 3♥ kunnen bieden (artikel 27B1a), dus het laagste bod in de aangeduide kleur van de ingetrokken bieding?
Is er bovendien iets mis met mijn 4♥?
Overigens hadden onze tegenstanders geen problemen met het bieden en het resultaat, de vraag is bedoeld omdat naar mijn mening artikel 27 beide correcties toestaat en ik me afvraag of jij die mening deelt. De informatie uit het ingetrokken bod is immers geoorloofd.
Mijn hand:

VORIGE VRAAG

VOLGENDE VRAAG

TOP
Laten we beginnen met de complimenten voor de arbiter. De stap om te controleren of er sprake was van een misgreep, wordt vaak overgeslagen. Dat was het hier niet en uit de gegeven hand concludeer ik dat jouw maat dacht dat er 1SA lag. Dat is belangrijk voor de verdere arbitrage.
Dat jullie geen afspraken hebben over het bieden na 2SA, geloof ik niet. Zodra je deze opening leert, leer je ook dat je daar ook Stayman en Jacoby speelt. Ik vermoed dat je bedoelt dat jullie geen afspraken hebben over wat te doen na een onvoldoende bod. Daar mag je inderdaad geen afspraken voor hebben. Dat zou toch wat zijn. Als ik eerst onvoldoende bied, dan betekent het A en anders B. Dat is denk ik ook waar je op doelt als je zegt: “Dat zou illegaal zijn.” En dat klopt dus.
Dan jouw vragen:
Over vraag 1: je hebt de tekst niet helemaal goed begrepen en haalt daardoor 27B1a en 27B1b door elkaar.
De hele reden voor artikel 27 is om ervoor te zorgen dat er geen, of anders zo min mogelijk, informatie over tafel gaat. Dus zegt dat artikel bij B1a, dat als je bij het voldoende maken dezelfde speelsoort aanduidt als je met het onvoldoende bod deed, je daarna zonder rechtzettingen mag doorbieden. 2♦ over de vermeende 1SA duidt hartens aan. 3♦ over de daadwerkelijke 2SA duidt ook hartens aan. Na 3♦ is er dus verder geen beperking. Jouw maat heeft het goed gedaan.
Voor de verduidelijking: dit heeft niets met een vergelijkbare bieding (B1b) te maken. Dat komt meestal pas als voldoende maken in dezelfde speelsoort (B1a) geen optie meer is.
Jouw maat had dus niet 3♥ kunnen bieden, want dat had schoppens aangeduid. Nu zijn er slimmeriken die dan expres 3♥ bieden, zodat hun maat niet meer mag bieden, maar ook daar hebben de spelregels een oplossing voor. Daar gaan we nu niet op in.
Over vraag 2: er is helemaal niets mis met jouw 4♥. Transferweigeringen zijn ook hier normaal.
Tot slot jouw laatste opmerking. Die klopt ook niet. Als 27B1a of 27B1b van toepassing is, geldt het artikel over ongeoorloofde informatie (16C) niet, maar 27D geldt wel. Dat artikel doet in principe hetzelfde, maar dan achteraf. Het zou een beetje raar zijn dat je niet mag weten dat maat eerst een Jacoby-transfer deed, als die dat daarna opnieuw doet.

Antwoord