BEST PRACTICE - BRIDGE EZINE 5

Leo Huvers

“Afgelopen januari zeiden we nog: ‘Als we uit de introductieweek vijftien studenten krijgen, is dat al heel mooi.’ In een jaar tijd 20 tot 25 nieuwe leden zou echt een revolutie zijn!”

Matan Varnai

“Het fijne aan bridge is dat je er heel makkelijk in kunt stappen. En zodra je er echt voor wilt gaan, kun je er veel verdieping in vinden. Dat vind ik heel gaaf”

Met het cursistenlidmaatschap voorziet de bridgebond in een langgekoesterde wens. Met het cursistenlidmaatschap kunnen cursisten een jaar lang kennismaken met de voordelen van het lidmaatschap van de club en van de BridgeBond.

Wil jij meer weten over ledenwerving of het cursistenlidmaatschap? Klik hier.

Cursistenlidmaatschap bridgebond

Leo Huvers

“Jongeren zien bridge als iets voor ouderen: ‘Maar bridge, dat is toch iets voor m’n opa en oma?!’ ”

Studentenbridge Leiden
vangt jongeren met jongeren

Wat doe je als bridge onder jongeren een slecht imago heeft en er mede daardoor maar weinig nieuwe aanwas is? Dan richt je Studentenbridge Leiden op, dacht Leidenaar Leo Huvers. Hij trommelde jonge bridgers op, die de denksport vertegenwoordigden op de Leidse introductiemarkt voor studenten. Het werkte: het ziet ernaar uit dat Studentenbridge Leiden dit jaar 25 nieuwe jonge bridgers mag verwelkomen.

Je bent leider in 4#H en mag drie slagen verliezen. Je hebt vier verliesslagen: eenmaal ♠, eenmaal ♥, tweemaal #K. Je moet er één wegwerken: van schoppen en harten mis je het aas. Troefaas, de hoogste kaart in het spel, kun je nooit wegwerken en een aas in een bijkleur kun je zelden wegwerken. Eerst maar eens naar de klaveren kijken. Door de uitkomst heb je twee snelle verliezers in klaveren gekregen: zodra de tegenpartij aan slag is, kunnen zij deze slagen oprapen. In een troefcontract ligt de focus op het wegwerken van verliesslagen. Het weggeven van de eerste slag helpt je niet in het verminderen van je verliesslagen. Antwoord b is daarom niet goed. Als je met troeftrekken begint, conform antwoord a, dan komt de tegenpartij aan slag met troefaas en kunnen zij meteen vier slagen oprapen. Je moet daarom eerst een verliesslag in klaveren wegwerken, voordat je van slag raakt. En dit kun je doen met behulp van ruiten, antwoord c is goed. Neem de eerste slag met ♣ A en speel vervolgens drie keer ruiten, te beginnen met ♦ H (plaatjes aan de korte kant het eerst). Op de derde ruiten van noord gooi je een klaveren uit je hand weg.

Hoe risicovol is deze aanpak? Weinig! Aan de ene kant ga je zeker één down als je iets anders doet. Aan de andere kant heb je maar vijf ruiten samen. De tegenpartij heeft er acht; de kans dat de tegenpartij de derde ruiten troeft, is klein. De acht ruiten zitten dan 6-2 of nog schever verdeeld.

TOP

Studentenbridge Leiden

van Breemen

Wie de jeugd heeft,
heeft de toekomst

Revolutie
De tweede reeks startte eind oktober, daarvoor meldden zich tien studenten aan. “Voor december hebben we ook alweer een aantal aanmeldingen”, aldus Huvers. Van deze aantallen worden hij en Nerka heel blij. “Toen we afgelopen januari met elkaar om de tafel zaten, zeiden we: ‘Als we uit de introductieweek vijftien studenten krijgen, is dat al heel mooi.’ ” Nu hoopt hij in een jaar tijd op 20 tot 25 nieuwe leden uit te komen. Gekscherend: “Dat zou een revolutie zijn!” Want, weet Huvers, die navraag bij de BridgeBond deed: in augustus vorig jaar telde de bond 163 jeugdleden onder de 26 jaar. “Dus ja, als wij er dit jaar 25 binnenhalen, is dat geweldig.” Maar, voegt hij toe: het gaat hem niet om de bond, maar gewoon om de sport. “En,” besluit hij trots, “ik ben ‘Leienaar’, ik wil ook gewoon dat dit in Leiden een succes wordt.”

Nooit gebridged
Matan Varnai (22), lid van SSR-Leiden, had nog nooit gebridged, toen er vorig jaar in zijn dispuut een oproep voorbijkwam om mee te doen aan een bridgechallenge. Dat leek de chemiestudent wel wat, slecht imago of niet. Vernai lacht: “Mijn vader vertelde dat hij vroeger ook heeft gebridged, net als mijn opa en oma. Elke vrijdagavond kwam er dan visite langs met wie ze speelden.”

Samen met andere dispuutleden meldde Varnai zich aan voor de bridgechallenge en zo belandde hij bij Leo Huvers in een cursus van Studentenbridge Leiden. “Dat was eigenlijk heel leuk.” De denksport ging hem zo goed af, dat Varnai zich vervolgens aansloot bij PAS, waar hij nu elke week bridget. “Het fijne aan bridge is dat je er heel makkelijk in kunt stappen. Je moet er wel gevoel voor ontwikkelen, maar de regels op zich zijn niet al te lastig. Zodra je er echt voor wilt gaan en het idee hebt dat het bij je past, kun je er veel verdieping in vinden. Dat vind ik gewoon heel gaaf.” Dus oefent Varnai ook op apps en speelt hij thuis met zijn dispuutgenoten. “Ik wil zeker doorgaan en ben niet van plan met bridge te stoppen.”

Al tijdens zijn voorzitterschap merkte Huvers dat er nauwelijks nieuwe aanwas bij de club kwam. Hij deed daarover zijn beklag bij de BridgeBond, die daar volgens hem een rol in had, en drong erop aan dat het werven van jeugd prioriteit zou krijgen. Omdat dat naar zijn mening niet genoeg gebeurde – de focus ligt volgens Huvers te veel op “bezigheidstherapie voor ouderen” – besloot hij na zijn voorzitterschap dan maar zelf aan de slag te gaan. “Roepen langs de zijlijn kunnen we natuurlijk allemaal, maar dan moet je ook iets doen”, aldus Huvers. Jongeren aanspreken dicht bij huis, Leiden dus. Zo riep Huvers uiteindelijk Studentenbridge Leiden in het leven. “Voor elke sport geldt: wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. En jongeren vang je natuurlijk met jongeren.”

5.000 studenten
Waar anders dan op de introductiemarkt van de Leidse introductieweek (‘EL CID’ voor de kenners) bereik je in één klap een heleboel studenten? Nergens, dachten Huvers en mede-initiatiefnemer Piotr Nerka. Op het evenement komen jaarlijks zo’n 5.000 nieuwe achttienjarigen af. “Maar ik ga daar niet staan als ouwe lul, dat schiet natuurlijk niet op”, zegt Huvers. Dus zorgden ze ervoor dat ze met jonge bridgers, onder anderen van bridgeclubs PAS en Crash, op de introductiemarkt stonden. Lachend: “Die waren een jaar of 31, dat gaat nog net.”

Uiteindelijk stonden ze daar met een heel mooie tent. Een paar dagen later vond het introductiefestival plaats, eveneens onderdeel van de Leidse introductieweek. Ook daar gingen de jonge bridgers studenten werven. Zowel de introductiemarkt als het festival had effect: na afloop had Huvers een lijst met maar liefst 200 namen van geïnteresseerden voor de bridgekickstartcursus. Daarvan besloten er veertien deel te nemen aan de eerste reeks van Studentenbridge Leiden, die na de zomer startte. Drie maandagavonden kregen de aspirant-bridgers les van docenten Bob van Noort en Aafko Boonstra. Van deze veertien nieuwbakken bridgers vielen er zes af en besloten er acht door te gaan; zij sloten zich aan bij PAS.

Met zinnen als “PAS is zelf van oorsprong een studentenbridgevereniging; oma voelt zich er niet echt thuis” en “Bij PAS balen ze er best weleens van dat die jonge gastjes al na een paar lesjes zo goed blijken te zijn en met de punten naar huis gaan” probeert Studentenbridge Leiden álle Leidse studenten- en studieverenigingen te bereiken, zo is te lezen op hun website. Is zo’n student bereikt, dan krijgt die vervolgens een kickstartcursus van drie gratis proeflessen en een gratis onlinebridgeabonnement. Zitten de drie lessen erop, dan volgt het Leids Studenten Kampioenschap. De winnende studenten gaan ervandoor met een geldprijs en ook is er een wisselbokaal voor de beste vereniging. Wie daarna de smaak te pakken heeft en verder wil met bridge, kan zich aansluiten bij PAS: Pelikaanhof All Stars, de studentenbridgevereniging waarvan Poppodium De Nobel in Leiden de thuishaven is. Je bent een studentenbridgevereniging of je bent het niet.

Slecht imago
Een van de initiatiefnemers van Studentenbridge Leiden is Leo Huvers (62), die naar eigen zeggen toch zeker al tien jaar bezig is om meer jongeren aan het bridgen te krijgen. Tot vorig jaar was hij acht jaar lang voorzitter van de Leidse bridgeclub Crash en tot 2014 gaf hij zelf bridgeles aan studenten. “Het eerste wat je dan van ze te horen kreeg: ‘Maar bridge, dat is toch iets voor m’n opa en oma?!’ ” Net als toen kampt bridge ook nu nog met dat slechte imago, zoals hij zelf zegt. “Jongeren zien het als iets voor ouderen.”