Zia (links) en Rixi Markus (rechts) troosten Marchessini. Tweede van rechts: Edgar Kaplan.

1  Precisie, 10-15 en ten minste vijfkaart ♣.

1  Een driekleurenspel, 17-20 punten.
2  Vraagt.
3  Kort in klaveren.
4  17-18 punten.
5  Hoeveel controles?
6  5 (aas=2, heer=1).

1  Een vijfkaart, 10-15 punten.
2  Vraagt.
3  4+ ruiten.
4  3-5-4-1-verdeling.
5  Vier controles (aas=2, heer=1).
6  Vraagt naar A H V in de kleuren.
7  2 in harten, 1 in ruiten, 1 of 2 in schoppen.
8  ♥B en niet ♦B.

West

Noord

Oost

Zuid

Meckstroth

Forrester

Rodwell

Robson

pas

pas

2♣1

2♠

4♣

4♠

allen passen

West

Noord

Oost

Zuid

Rodwell

Forrester

Meckstroth

Robson

-

-

-

1

pas

1SA

pas

2SA

pas

3SA

allen passen

West

Noord

Oost

Zuid

Meckstroth

Forrester

Rodwell

Robson

-

-

pas

1

pas

1♠

pas

2♠

pas

3SA

allen passen

West

Noord

Oost

Zuid

Branco

Wolff

Chagas

Hamman

-

-

-

21

pas

22

pas

2SA3

pas

3♣2

pas

34

pas

4♣5

pas

46

pas

5

allen passen

West

Noord

Oost

Zuid

De Wijs

Muller

-

-

pas

11

pas

1♠2

pas

23

pas

22

pas

34

pas

32

pas

4♣5

pas

46

pas

57

pas

52

pas

5SA8

pas

6

allen passen

West

Noord

Oost

Zuid

Branco

Hamman

Chagas

Wolff

-

-

pas

1

pas

2SA

pas

3

pas

4

pas

4

pas

4SA

pas

5

pas

6

allen passen

 

♠ H

-

7

♣ -

♠ -

-

10 9

♣ -

♠ 8

-

-

♣ 9

♠ -

8

H

♣ -

♠ A H 9 6 4

V 6 5

B 7 6 4

♣ 8

♠ 7 3

B 9 2

A 10 9 2

♣ A 10 6 4

♠ V 8 2

A 4 3

5 3

♣ H V B 9 2

♠ B 10 5

H 10 8 7

H V 8

♣ 7 5 3

♠ A H V 4

A 5 4

9

♣ -

♠ 5 3

B 2

8

♣ 10 9 4

♠ B 9 7 6

10 9 7

-

♣ H

♠ 10 8 2

8

A B 6

♣ V

♠ A H V 4

A V 5 4

V 9 7 2

♣ 7

♠ 5 3

H B 2

8 4 3

♣ A 10 9 4 3

♠ B 9 7 6

10 9 7 6

10

♣ H B 5 2

♠ 10 8 2

8 3

A H B 6 5

♣ V 8 6

♠ V B 5

A H B 4 2

H 7 5 2

♣ 9

♠ 9 8 3 2

6 5 3

V 8

♣ H 10 8 5

♠ 10 7

10 9 7

B 6 3

♣ V B 7 4 2

♠ A H 6 4

V 8

A 10 9 4

♣ A 6 3

Bronnen

  • Terence Reese & David Bird (1992), Naturals versus Scientists. The Great Match, Probray Press, Londen.

  • Kees Tammens (1992), ‘De duurste bridgewedstrijd aller tijden’, in: Bridge, maart.

  • Bob van de Velde (1990), ‘Bridge’, in: NRC Handelsblad, 14 juli.

  • M. Granovetter (1992), ‘Scientists defeat Naturalists to win £ 50.000’, in: Bridge Today, maart/april.

  • T. Forrester (1993), ‘The scientific approach’, in: The Daily Telegraph.

Robson ging minutenlang in de denktank, wat commentator Edgar Kaplan de tijd gaf om op te merken: “De laatste veertig jaar heb ik zelden zo’n geniale kaart gezien als B. Als hij het contract maakt, verdient hij de Brilliancy Prize.” Waar dacht Robson over na? Uit het bieden wist hij dat oost nog een klaveren had en één andere kaart. Was dat de laatste troef, dan moest Robson de hoge 8 spelen. Oost kon dan troeven, maar zuid kon overtroeven en H incasseren. Was dat een ruiten, dan moest Robson eerst H spelen. Was ♠V een eerlijke kaart of had Rodwell zijn distributie in ruiten eerlijk aangegeven? Robson koos verkeerd en speelde H, die tot zijn ontzetting door Rodwell werd getroefd voor één down. Geniaal afspel (B) gepareerd door geniaal tegenspel (♠V).

Een paar honderd pagina’s
Tegenwoordig bestaat de wereldtop uit fulltimeprofessionals. Kunnen die nog zonder ingewikkelde conventies, zoals asking bids, relays, en transfers? Simon de Wijs: “Er zit wel variatie in. Ik denk dat een paar honderd pagina’s redelijk standaard zijn. Geir Helgemo zal het met minder doen en sommige anderen met meer.” Tim Verbeek, onlangs nog spelend in het open Nederlands team op het WK in Marrakesh, merkt op: “Wij Nederlanders blinken niet uit in af- en tegenspel. Juist door het bieden kunnen we ons meten met de wereldtop. Je ziet dat toppers als Mahmood, Helgemo en Klukowski er vrij gemakkelijke systemen op nahouden. Ze pakken al zo veel punten met af- en tegenspel, dat ze het bieden enigszins verwaarlozen. Gelukkig maar voor ons.”

Schrale troost
The Scientists’ wonnen de wedstrijd met ruim verschil (298-228). Marchessini was 50.000 Engelse ponden en een illusie armer. Dat geld interesseerde hem niet, dat was pocket money voor hem. Wat hem wel irriteerde, was dat de zeventig imps verschil niet zozeer te wijten waren aan het gebrek aan conventies, als wel aan vermijdbare fouten. Kees Tammens analyseerde: “Wanneer je deze Challenge Match spel voor spel bekijkt, valt op dat het biedsysteem niet zozeer direct invloed had op het eindresultaat. Maar een verstandig biedsysteem geeft een veilig gevoel. Je kunt je tijdens het bieden en spelen beter op andere zaken concentreren.”

Marchessini kon dus zich troosten met de gedachte dat hij toch een beetje gelijk had gekregen.

Meckstroth startte ♣A en vervolgde klaveren, getroefd in zuid. Op het eerste gezicht kon Robson vijf schoppenslagen maken (♠V zat goed), drie slagen in harten (B-derde zat goed) en twee ruitenslagen. Maar Robson zag dat hij troefkort zou worden: als hij naar een rode kleur op tafel zou gaan om vervolgens de troeven te trekken, zou hij in beide rode kleuren nog van slag moeten gaan. Aan slag met het eerste rode aas zou de tegenpartij weer klaveren spelen en daarmee de laatste troef van Robson verwijderen. Na het tweede rode aas zouden Meckstroth-Rodwell vervolgens hun vrijgespeelde klaveren incasseren.

Robson vond een briljante oplossing: hij speelde B, daarmee een doubleton ruiten suggererend! Meckstroth dook B, waarna Robson ruiten vervolgde, genomen door Meckstroth met A. Hij kon nu Rodwell een introever geven – die had een even aantal gesignaleerd – maar door die geniale B leek het er sterk op dat Rodwell de vierkaart ruiten had. Meckstroth speelde daarom weer klaveren, Robson troefde en speelde harten. Meckstroth wist dat Robson 10 zou spelen en speelde daarom B, wat een driekaart aangaf en V ontkende. B werd gedekt met H en Rodwell dook. Robson speelde een schoppen naar de negen, sloeg ♠A, waaronder Rodwell a tempo ♠V deponeerde. Robson stak over naar 10 en speelde H. Rodwell nam A en speelde goed klaveren in de dubbele renonce. In zuid ging een ruiten weg en de slag werd op tafel getroefd, waarna deze eindfiguur was ontstaan:

Aan de ene tafel opende Chagas na twee passen met de oosthand een 12-14 SA. Na een kleine-schoppenstart raapte hij snel acht slagen op. Aan de andere tafel was de inzet hoger:

Branco had voorkomen dat Hamman een tweede klaveren kon troeven, maar op de derde troef zat de arme Chagas in een driekleurendwang. ♣H kon hij niet afgooien, want dan zou ♣V een slag worden. Een schoppen kon hij ook niet missen, want door de 2-opening was de leider gemarkeerd met ♠A H V x. In arren moede liet hij maar een harten gaan. Eerst sloeg Hamman ♠A H om te kijken of ♠B zou vallen. Daarna speelde hij A, harten getroefd, waarna de derde harten in zuid hoog werd.

Het mooiste spel

Maar Branco had goed naar de bieding geluisterd en startte troef. Hamman won in de hand en speelde ♣7. Branco nam met ♣A om weer troef te spelen. Hamman won op tafel, troefde een klaveren, maar zag dat er geen entree naar de dummy was om de derde klaveren te troeven. Hamman speelde daarom V in de hoop dat oost H had. Dan kon hij immers met A en een harten getroefd naar tafel om de laatste klaveren te troeven. Maar west had H en kon voor de derde keer troef inspelen in deze figuur:

Robson-Forrester zaten in een mum van tijd in het verkeerde contract, want met een klaverenstart verlies je de eerste vijf slagen. Maar zelfs Jeff Meckstroth was niet helderziend en kwam met schoppen uit, waarna Forrester snel zijn negen slagen opraapte. Wolff-Hamman boden wetenschappelijk wel het beste contract:

Simon verzucht: “Ondanks ons systemboek van maar liefst 250 bladzijden komen we hier niet uit. Ik probeer de hele hand van Bauke op te vragen en na zijn 5SA-bod weet ik veel, maar niet de cruciale ♠B. Het zal helaas bij klein slem blijven.”

Goed verdedigd, nog beter afgespeeld

Na het 2♠-bod van Robson veerde Marchessini op. Zouden zijn ‘Naturals’ echt 7♠ bieden, een onwaarschijnlijk mooi groot slem? Het gemis aan goede afspraken brak hun echter op: Forrester was bang dat 3 non-forcing was en bood slechts 3SA, Robson was op zijn beurt bang voor een minimum bij partner en paste. Teleurgesteld liet Marchessini zich weer in zijn fauteuil zakken.

Blijkbaar niet te bieden?
Zou de wereldtop dertig jaar na dato deze 7♠ wel uitbieden? We vragen het oud-wereldkampioen Simon de Wijs, die met zijn partner Bauke Muller het uiterst geavanceerde Tarzan Precisie speelt. Simon licht toe:

2SA beloofde een evenwichtige hand met ten minste 15 punten. Hamman-Wolff vonden daarna de ruitenfit en boden 6. Dat was het slechtste klein slem, want 6SA en 6 waren veel betere contracten, maar de ruitens zaten netjes 3-2 verdeeld, waardoor het contract eenvoudig werd gemaakt. Aan de andere tafel waren Forrester-Robson heel even op weg naar 7♠:

Een gemiste kans

The battle of the systems

van Wezel

Waar gaan we toch heen? 

Sinds Harold Vanderbilt in 1925 de huidige bridgespelregels introduceerde, bestaan er conventies. In 1929 schreef hij: “Ik geloof dat conventies een vereiste zijn voor succes […] Zonder is het bieden van een slem een kruis-of-munt-aangelegenheid.” Emanuel Lasker, behalve wereldkampioen schaken ook een uitstekend bridger, viel hem bij: “De behoefte aan informatie is zo groot, dat sommige kunstmatige biedingen toegestaan dienen te zijn.” Maar anderen verafschuwden die wirwar aan conventies. R.N. Haremaker, een van de oprichters van de NBB en hoofdredacteur van Bridge, stelde zelfs dat het gebruik van ingewikkelde systemen grensde aan vals spel. In december 1931 kon men in het bridgeblad een noodkreet lezen: “We zijn langzaam maar zeker op weg het mooie spel in een moeras van z.g. conventies te verstikken. […] waar gaan we toch heen?” Zijn conventies wel nodig?

Het gerucht ging dat Westra-Leufkens met de Polen Balicki-Zmudzinski de handschoen zouden opnemen, maar uiteindelijk traden de Amerikanen Meckstroth-Rodwell en Hamman-Wolff in het strijdperk. Deze twee paren waren de crème de la crème van de bridgewereld en een sterker team was nauwelijks denkbaar. Op voorhand dichtte men ‘The Scientists’ de beste kansen toe, want vooral bij het bieden van slems zouden conventies hun waarde bewijzen. Branco zag het somber in: “Normaal gesproken geef ik ons een kans van drie op tien om te winnen. Nu we geen conventies mogen gebruiken schat ik onze kansen één op tien.” Ook Forrester had weinig hoop: “Gewapend met pijl en boog moeten we het opnemen tegen een leger dat over het modernste wapentuig beschikt.”

Het chique Hyde Park Hotel was de plaats van handeling en alles was tot in de puntjes verzorgd. De kibitzers verdrongen zich om een glimp van de spelers op te vangen, het publiek luisterde geboeid naar het deskundige commentaar en vier van de beste paren ter wereld stonden natuurlijk garant voor spektakel. Dat liet niet lang op zich wachten:

Niemand wist wie deze advertentie had geplaatst, maar navraag leerde dat het om diezelfde Marchessini ging. Die had een bloedhekel aan conventies en wilde met deze twee topparen aantonen dat je ook met ‘boerenkoolbridge’ van de beste spelers kunt winnen. Marchessini speelde graag bij de exclusieve Portland Club, waar de Londense notabelen al sinds 1815 een kaartje leggen. Daar werd gespeeld om een inzet die maar weinigen zich kunnen veroorloven. Het tarief kon oplopen tot 200 Engelse ponden per 100 punten; ging je een keer voor 800 down, dan moest je 5.000 gulden neertellen. De ‘Naturals’ waren verplicht het Portland-systeem te spelen, een uiterst natuurlijk systeem. Blackwood was toegestaan, men mocht een informatiedoublet geven en met een sterke hand kon men de kleur van de tegenpartij bieden. Andere conventies waren verboden; zelfs Stayman en Jacoby-transfers waren uit den boze.

De hamvraag is natuurlijk of ingewikkelde systemen wel noodzakelijk zijn om aan de top mee te draaien. In 1965 organiseerde het gezaghebbende bridgemagazine The Bridge World een wedstrijd tussen een team dat een wetenschappelijk systeem hanteerde, ‘The Scientists’, en een team dat natuurlijk bood, ‘The Traditionalists’. ‘The Scientists’ wonnen met 367-314, maar vriend en vijand waren er niet van overtuigd dat deze overwinning te danken was aan het gebruik van conventies. In 1990 organiseerde de steenrijke Griekse reder Dimitri Marchessini weer zo’n wedstrijd en opnieuw was de uitslag weinig overtuigend. De ‘conventionelen’ wonnen twee van de drie matches, maar de ‘natuurlijken’ haalden in totaal negen imps meer. Benito Garozzo, ontwerper van veel ingewikkelde systemen, riep verbijsterd uit: “Het is niet te geloven. Volgend jaar speel ik naturel.”

Voor eens en voor altijd het pleit beslechten
Tot ieders verrassing verscheen in juli 1991 een paginagrote advertentie in The Bridge World:

1  Precisie, 10-15 en ten minste vijfkaart ♣.

Bronnen

  • Terence Reese & David Bird (1992), Naturals versus Scientists. The Great Match, Probray Press, Londen.

  • Kees Tammens (1992), ‘De duurste bridgewedstrijd aller tijden’, in: Bridge, maart.

  • Bob van de Velde (1990), ‘Bridge’, in: NRC Handelsblad, 14 juli.

  • M. Granovetter (1992), ‘Scientists defeat Naturalists to win £ 50.000’, in: Bridge Today, maart/april.

  • T. Forrester (1993), ‘The scientific approach’, in: The Daily Telegraph.

Zia (links) en Rixi Markus (rechts) troosten Marchessini. Tweede van rechts: Edgar Kaplan.

Robson ging minutenlang in de denktank, wat commentator Edgar Kaplan de tijd gaf om op te merken: “De laatste veertig jaar heb ik zelden zo’n geniale kaart gezien als B. Als hij het contract maakt, verdient hij de Brilliancy Prize.” Waar dacht Robson over na? Uit het bieden wist hij dat oost nog een klaveren had en één andere kaart. Was dat de laatste troef, dan moest Robson de hoge 8 spelen. Oost kon dan troeven, maar zuid kon overtroeven en H incasseren. Was dat een ruiten, dan moest Robson eerst H spelen. Was ♠V een eerlijke kaart of had Rodwell zijn distributie in ruiten eerlijk aangegeven? Robson koos verkeerd en speelde H, die tot zijn ontzetting door Rodwell werd getroefd voor één down. Geniaal afspel (B) gepareerd door geniaal tegenspel (♠V).

Een paar honderd pagina’s
Tegenwoordig bestaat de wereldtop uit fulltimeprofessionals. Kunnen die nog zonder ingewikkelde conventies, zoals asking bids, relays, en transfers? Simon de Wijs: “Er zit wel variatie in. Ik denk dat een paar honderd pagina’s redelijk standaard zijn. Geir Helgemo zal het met minder doen en sommige anderen met meer.” Tim Verbeek, onlangs nog spelend in het open Nederlands team op het WK in Marrakesh, merkt op: “Wij Nederlanders blinken niet uit in af- en tegenspel. Juist door het bieden kunnen we ons meten met de wereldtop. Je ziet dat toppers als Mahmood, Helgemo en Klukowski er vrij gemakkelijke systemen op nahouden. Ze pakken al zo veel punten met af- en tegenspel, dat ze het bieden enigszins verwaarlozen. Gelukkig maar voor ons.”

Schrale troost
The Scientists’ wonnen de wedstrijd met ruim verschil (298-228). Marchessini was 50.000 Engelse ponden en een illusie armer. Dat geld interesseerde hem niet, dat was pocket money voor hem. Wat hem wel irriteerde, was dat de zeventig imps verschil niet zozeer te wijten waren aan het gebrek aan conventies, als wel aan vermijdbare fouten. Kees Tammens analyseerde: “Wanneer je deze Challenge Match spel voor spel bekijkt, valt op dat het biedsysteem niet zozeer direct invloed had op het eindresultaat. Maar een verstandig biedsysteem geeft een veilig gevoel. Je kunt je tijdens het bieden en spelen beter op andere zaken concentreren.”

Marchessini kon dus zich troosten met de gedachte dat hij toch een beetje gelijk had gekregen.

♠ H

-

7

♣ -

♠ -

-

10 9

♣ -

♠ 8

-

-

♣ 9

♠ -

8

H

♣ -

Meckstroth startte ♣A en vervolgde klaveren, getroefd in zuid. Op het eerste gezicht kon Robson vijf schoppenslagen maken (♠V zat goed), drie slagen in harten (B-derde zat goed) en twee ruitenslagen. Maar Robson zag dat hij troefkort zou worden: als hij naar een rode kleur op tafel zou gaan om vervolgens de troeven te trekken, zou hij in beide rode kleuren nog van slag moeten gaan. Aan slag met het eerste rode aas zou de tegenpartij weer klaveren spelen en daarmee de laatste troef van Robson verwijderen. Na het tweede rode aas zouden Meckstroth-Rodwell vervolgens hun vrijgespeelde klaveren incasseren.

Robson vond een briljante oplossing: hij speelde B, daarmee een doubleton ruiten suggererend! Meckstroth dook B, waarna Robson ruiten vervolgde, genomen door Meckstroth met A. Hij kon nu Rodwell een introever geven – die had een even aantal gesignaleerd – maar door die geniale B leek het er sterk op dat Rodwell de vierkaart ruiten had. Meckstroth speelde daarom weer klaveren, Robson troefde en speelde harten. Meckstroth wist dat Robson 10 zou spelen en speelde daarom B, wat een driekaart aangaf en V ontkende. B werd gedekt met H en Rodwell dook. Robson speelde een schoppen naar de negen, sloeg ♠A, waaronder Rodwell a tempo ♠V deponeerde. Robson stak over naar 10 en speelde H. Rodwell nam A en speelde goed klaveren in de dubbele renonce. In zuid ging een ruiten weg en de slag werd op tafel getroefd, waarna deze eindfiguur was ontstaan:

West

Noord

Oost

Zuid

Meckstroth

Forrester

Rodwell

Robson

pas

pas

2♣1

2♠

4♣

4♠

allen passen

Aan de ene tafel opende Chagas na twee passen met de oosthand een 12-14 SA. Na een kleine-schoppenstart raapte hij snel acht slagen op. Aan de andere tafel was de inzet hoger:

♠ A H 9 6 4

V 6 5

B 7 6 4

♣ 8

♠ 7 3

B 9 2

A 10 9 2

♣ A 10 6 4

♠ V 8 2

A 4 3

5 3

♣ H V B 9 2

♠ B 10 5

H 10 8 7

H V 8

♣ 7 5 3

Branco had voorkomen dat Hamman een tweede klaveren kon troeven, maar op de derde troef zat de arme Chagas in een driekleurendwang. ♣H kon hij niet afgooien, want dan zou ♣V een slag worden. Een schoppen kon hij ook niet missen, want door de 2-opening was de leider gemarkeerd met ♠A H V x. In arren moede liet hij maar een harten gaan. Eerst sloeg Hamman ♠A H om te kijken of ♠B zou vallen. Daarna speelde hij A, harten getroefd, waarna de derde harten in zuid hoog werd.

Het mooiste spel

♠ A H V 4

A 5 4

9

♣ -

♠ 5 3

B 2

8

♣ 10 9 4

♠ B 9 7 6

10 9 7

-

♣ H

♠ 10 8 2

8

A B 6

♣ V

Maar Branco had goed naar de bieding geluisterd en startte troef. Hamman won in de hand en speelde ♣7. Branco nam met ♣A om weer troef te spelen. Hamman won op tafel, troefde een klaveren, maar zag dat er geen entree naar de dummy was om de derde klaveren te troeven. Hamman speelde daarom V in de hoop dat oost H had. Dan kon hij immers met A en een harten getroefd naar tafel om de laatste klaveren te troeven. Maar west had H en kon voor de derde keer troef inspelen in deze figuur:

1  Een driekleurenspel, 17-20 punten.
2  Vraagt.
3  Kort in klaveren.
4  17-18 punten.
5  Hoeveel controles?
6  5 (aas=2, heer=1).

West

Noord

Oost

Zuid

Branco

Wolff

Chagas

Hamman

-

-

-

21

pas

22

pas

2SA3

pas

3♣2

pas

34

pas

4♣5

pas

46

pas

5

allen passen

Robson-Forrester zaten in een mum van tijd in het verkeerde contract, want met een klaverenstart verlies je de eerste vijf slagen. Maar zelfs Jeff Meckstroth was niet helderziend en kwam met schoppen uit, waarna Forrester snel zijn negen slagen opraapte. Wolff-Hamman boden wetenschappelijk wel het beste contract:

West

Noord

Oost

Zuid

Rodwell

Forrester

Meckstroth

Robson

-

-

-

1

pas

1SA

pas

2SA

pas

3SA

allen passen

West

Noord

Oost

Zuid

Branco

Hamman

Chagas

Wolff

-

-

pas

1

pas

2SA

pas

3

pas

4

pas

4

pas

4SA

pas

5

pas

6

allen passen

 

Na het 2♠-bod van Robson veerde Marchessini op. Zouden zijn ‘Naturals’ echt 7♠ bieden, een onwaarschijnlijk mooi groot slem? Het gemis aan goede afspraken brak hun echter op: Forrester was bang dat 3 non-forcing was en bood slechts 3SA, Robson was op zijn beurt bang voor een minimum bij partner en paste. Teleurgesteld liet Marchessini zich weer in zijn fauteuil zakken.

Blijkbaar niet te bieden?
Zou de wereldtop dertig jaar na dato deze 7♠ wel uitbieden? We vragen het oud-wereldkampioen Simon de Wijs, die met zijn partner Bauke Muller het uiterst geavanceerde Tarzan Precisie speelt. Simon licht toe:

♠ A H V 4

A V 5 4

V 9 7 2

♣ 7

♠ 5 3

H B 2

8 4 3

♣ A 10 9 4 3

♠ B 9 7 6

10 9 7 6

10

♣ H B 5 2

♠ 10 8 2

8 3

A H B 6 5

♣ V 8 6

Simon verzucht: “Ondanks ons systemboek van maar liefst 250 bladzijden komen we hier niet uit. Ik probeer de hele hand van Bauke op te vragen en na zijn 5SA-bod weet ik veel, maar niet de cruciale ♠B. Het zal helaas bij klein slem blijven.”

Goed verdedigd, nog beter afgespeeld

1  Een vijfkaart, 10-15 punten.
2  Vraagt.
3  4+ ruiten.
4  3-5-4-1-verdeling.
5  Vier controles (aas=2, heer=1).
6  Vraagt naar A H V in de kleuren.
7  2 in harten, 1 in ruiten, 1 of 2 in schoppen.
8  ♥B en niet ♦B.

West

Noord

Oost

Zuid

De Wijs

Muller

-

-

pas

11

pas

1♠2

pas

23

pas

22

pas

34

pas

32

pas

4♣5

pas

46

pas

57

pas

52

pas

5SA8

pas

6

allen passen

West

Noord

Oost

Zuid

Meckstroth

Forrester

Rodwell

Robson

-

-

pas

1

pas

1♠

pas

2♠

pas

3SA

allen passen

2SA beloofde een evenwichtige hand met ten minste 15 punten. Hamman-Wolff vonden daarna de ruitenfit en boden 6. Dat was het slechtste klein slem, want 6SA en 6 waren veel betere contracten, maar de ruitens zaten netjes 3-2 verdeeld, waardoor het contract eenvoudig werd gemaakt. Aan de andere tafel waren Forrester-Robson heel even op weg naar 7♠:

♠ V B 5

A H B 4 2

H 7 5 2

♣ 9

♠ 9 8 3 2

6 5 3

V 8

♣ H 10 8 5

♠ 10 7

10 9 7

B 6 3

♣ V B 7 4 2

♠ A H 6 4

V 8

A 10 9 4

♣ A 6 3

Waar gaan we toch heen? 

The battle of the systems

van Wezel

Sinds Harold Vanderbilt in 1925 de huidige bridgespelregels introduceerde, bestaan er conventies. In 1929 schreef hij: “Ik geloof dat conventies een vereiste zijn voor succes […] Zonder is het bieden van een slem een kruis-of-munt-aangelegenheid.” Emanuel Lasker, behalve wereldkampioen schaken ook een uitstekend bridger, viel hem bij: “De behoefte aan informatie is zo groot, dat sommige kunstmatige biedingen toegestaan dienen te zijn.” Maar anderen verafschuwden die wirwar aan conventies. R.N. Haremaker, een van de oprichters van de NBB en hoofdredacteur van Bridge, stelde zelfs dat het gebruik van ingewikkelde systemen grensde aan vals spel. In december 1931 kon men in het bridgeblad een noodkreet lezen: “We zijn langzaam maar zeker op weg het mooie spel in een moeras van z.g. conventies te verstikken. […] waar gaan we toch heen?” Zijn conventies wel nodig?

Een gemiste kans

Het gerucht ging dat Westra-Leufkens met de Polen Balicki-Zmudzinski de handschoen zouden opnemen, maar uiteindelijk traden de Amerikanen Meckstroth-Rodwell en Hamman-Wolff in het strijdperk. Deze twee paren waren de crème de la crème van de bridgewereld en een sterker team was nauwelijks denkbaar. Op voorhand dichtte men ‘The Scientists’ de beste kansen toe, want vooral bij het bieden van slems zouden conventies hun waarde bewijzen. Branco zag het somber in: “Normaal gesproken geef ik ons een kans van drie op tien om te winnen. Nu we geen conventies mogen gebruiken schat ik onze kansen één op tien.” Ook Forrester had weinig hoop: “Gewapend met pijl en boog moeten we het opnemen tegen een leger dat over het modernste wapentuig beschikt.”

Het chique Hyde Park Hotel was de plaats van handeling en alles was tot in de puntjes verzorgd. De kibitzers verdrongen zich om een glimp van de spelers op te vangen, het publiek luisterde geboeid naar het deskundige commentaar en vier van de beste paren ter wereld stonden natuurlijk garant voor spektakel. Dat liet niet lang op zich wachten:

Niemand wist wie deze advertentie had geplaatst, maar navraag leerde dat het om diezelfde Marchessini ging. Die had een bloedhekel aan conventies en wilde met deze twee topparen aantonen dat je ook met ‘boerenkoolbridge’ van de beste spelers kunt winnen. Marchessini speelde graag bij de exclusieve Portland Club, waar de Londense notabelen al sinds 1815 een kaartje leggen. Daar werd gespeeld om een inzet die maar weinigen zich kunnen veroorloven. Het tarief kon oplopen tot 200 Engelse ponden per 100 punten; ging je een keer voor 800 down, dan moest je 5.000 gulden neertellen. De ‘Naturals’ waren verplicht het Portland-systeem te spelen, een uiterst natuurlijk systeem. Blackwood was toegestaan, men mocht een informatiedoublet geven en met een sterke hand kon men de kleur van de tegenpartij bieden. Andere conventies waren verboden; zelfs Stayman en Jacoby-transfers waren uit den boze.

De hamvraag is natuurlijk of ingewikkelde systemen wel noodzakelijk zijn om aan de top mee te draaien. In 1965 organiseerde het gezaghebbende bridgemagazine The Bridge World een wedstrijd tussen een team dat een wetenschappelijk systeem hanteerde, ‘The Scientists’, en een team dat natuurlijk bood, ‘The Traditionalists’. ‘The Scientists’ wonnen met 367-314, maar vriend en vijand waren er niet van overtuigd dat deze overwinning te danken was aan het gebruik van conventies. In 1990 organiseerde de steenrijke Griekse reder Dimitri Marchessini weer zo’n wedstrijd en opnieuw was de uitslag weinig overtuigend. De ‘conventionelen’ wonnen twee van de drie matches, maar de ‘natuurlijken’ haalden in totaal negen imps meer. Benito Garozzo, ontwerper van veel ingewikkelde systemen, riep verbijsterd uit: “Het is niet te geloven. Volgend jaar speel ik naturel.”

Voor eens en voor altijd het pleit beslechten
Tot ieders verrassing verscheen in juli 1991 een paginagrote advertentie in The Bridge World: