Sportjaar zonder podium

De internationale sport stond bijna stil

Aan het begin van het coronajaar stond de internationale sportwereld van het ene op het andere moment nagenoeg stil. De laatste keer dat dit was gebeurd, was in september 1939. Alleen bij Sparta werd er nog gevoetbald.

De organisatoren van het EK atletiek van 1958 in Stockholm waren zo verstandig geweest om hun evenement te verzekeren tegen eventueel onheil. Zo waren ze ingedekt tegen het uitbreken van een wereldoorlog en zelfs het neerstorten van een kunstmaan op het stadion. Er zou ook worden uitbetaald als er door een pandemie niet kon worden gesport, voor zover bekend de eerste keer dat een internationaal sportevenement zich hiertegen verzekerde. 

September 1939
Vijftien jaar eerder was van zo’n vooruitziende blik nog geen sprake bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Net als in dit coronajaar volgde daarna een golf afgelastingen in de internationale sport. De overeenkomsten met het heden zijn soms opmerkelijk. Zo werden dit jaar nagenoeg alle marathons afgelast, ook die van Amsterdam. De laatste keer dat de Amsterdamse marathon van het programma werd gehaald, was op 22 september 1939, ‘gezien de minder gunstige tijdsomstandigheden’, zo schreef de Haagsche Courant.
De complete lijst met afgelastingen stond enkele dagen later in De Revue der Sporten. Geen atletiek in Twente, geen waterpolowedstrijden in Utrecht, geen jaarvergadering van de Nederlandse Bond van Voetbalscheidsrechters. Het was een lange en sombere lijst, ook vanuit het buitenland. Geen voetbal in Engeland, geen atletiekinterland tussen Zweden en Duitsland, geen wielrennen in Italië. 

Waar de sport lang had gehoopt op een leven zonder oorlog, zoals iedereen natuurlijk, kwam daar in één klap een einde aan. ‘Droeve tijden beleven we’, somberde De Revue der Sporten. ‘Wij kunnen niet anders dan afwachten en vertrouwen hebben in de leiders van onze sport, dat zij zich naar de droevige omstandigheden zullen richten. Hoe meer men kans ziet een sportbeoefening van militairen en burgers mogelijk te maken, des te beter is dat.’

Want ook dat is een opvallende overeenkomst met dit coronajaar: in 1939 hoopte iedereen dat het sportleven zo snel mogelijk zou worden hervat. In het afgelopen jaar was er tenslotte niemand die heeft voorgesteld om al die sport nu maar eens af te schaffen, wat ruim tachtig jaar geleden ook niemand deed. Integendeel, er werd van alles aan gedaan om zo snel mogelijk weer verder te gaan, zowel in 1939 als in 2020. 

Zilveren Bal 
De grootste uitzondering in dat eerste oorlogsweekend van 1939 was het Zilveren Bal Toernooi van Sparta, want dat ging wél door. Dit was een jaarlijks voetbalevenement, dat over drie weekenden werd verdeeld. De eerste speeldag van 1939 was in het laatste weekend vóór de oorlog met een zeer gespannen sfeer. Op de tweede speeldag zelf verklaarden Frankrijk en Engeland daadwerkelijk de oorlog aan Duitsland. Op de derde speeldag waren veel voetballers opgeroepen voor de mobilisatie.

Dat bracht de organisatoren er niet toe om het evenement te staken, ‘want, zoo oordeelden zij, de clubs behoeven geen verre reizen te maken.’ Een stevige misrekening, met deelnemers uit Almelo, Nijmegen en Den Bosch. En dan ontbraken bij de meeste ploegen ook nog eens veel basisspelers vanwege de mobilisatie. Heracles had er maar twee, omdat de rest van het team onder de wapenen was geroepen! 

De finale tussen ADO en Feyenoord werd uiteindelijk gewoon gespeeld en was daarmee die ene uitzondering van dat weekend in september 1939, waarin de internationale sport piepend tot stilstand kwam.

shutterstock_1692162880.png (copy)

1939

1939