Sportjaar zonder podium
Sport als medicijn
Sport en beweging kunnen helpen bij het herstelproces van coronapatiënten. Dat principe werd in 1952 ook toegepast bij een internationaal gehandicapten-sportevenement in het Engelse Stoke Mandeville.
Patiënten die herstellen van corona hebben vaak longproblemen, gewricht- en spierklachten, last van vermoeidheid en verlies van conditie. Vanuit de sportgeneeskunde wordt daarom zorg aangeboden, waarbij per patiënt wordt bepaald op wat voor manier sport en beweging een rol kunnen spelen.
Huize Kareol
Het gebruik van sport en beweging in de zorg werd in ons land voor de eerste keer toegepast in het herstellingsoord Kareol in Aerdenhout, dat werd geopend in juli 1940. Op deze prachtige locatie, die helaas allang is afgebroken, werden honderden patiënten begeleid tijdens hun terugkeer in de samenleving. Het initiatief kwam van geneesheer C. Kroon en militair Charles Pahud de Mortanges, de laatste vooral bekend als winnaar van vier gouden olympische medailles in de paardensport.
Onder auspiciën van het Rode Kruis kreeg elke patiënt een behandelmethode met een persoonlijk beweegprogramma, gebaseerd op de aard van de verwondingen. Er werd heel veel gesport, uitgaande van de verwondingen. De aanvankelijke plannen van het Rode Kruis om van Kareol een rusthuis te maken, werden daarmee achteloos terzijde geschoven. ‘Ons parool was steeds: onze patiënten moeten bezig zijn’, zo verklaarde Kroon. ‘Dat was ook wel de reden, waarom wij met onze shockpatiënten zooveel succes hadden. Wat kwamen zij dikwijls gedeprimeerd, teneergeslagen bij ons, kropen weg in een hoekje, liepen ’s nachts over de gangen, niet kunnende slapen, en hoe veranderde deze toestand allengs.’
De dankbaarheid van deze patiënten was enorm, schreef een van hen na zijn ontslag in een emotionele brief: ‘Na vier maanden in Kareol te zijn geweest, ben ik nu dan Kareoler af en kan als gewoon burger weer een plaats in de Maatschappij innemen. Van hieruit mijn diepen dank aan allen die mij weer in zoo’n perfecten conditie gebracht hebben!’ Ruim tachtig jaar later verdienen de mensen van Kareol daarom nog steeds ons respect voor hun pionierswerk, want Kroon en Pahud zochten onder zeer zware omstandigheden tastend naar de antwoorden op de maatschappelijke vraagstukken van hun tijd, precies zoals de zorgverleners van nu dat opnieuw moeten doen.
De Rollende Leeuwen
In Huize Kareol werd ook de basis gelegd voor de Bond van Nederlandse Militaire Oorlogsslachtoffers van 25 augustus 1945, een organisatie die ook veel aandacht heeft voor sport en handicap. Als naam van het verenigingsblad werd gekozen voor De Kareoler. Zowel de bond als het blad bestaat nog steeds, waarmee er nog steeds een directe historische link is tussen onze tijd en het werk van Kroon en Pahud de Mortanges in 1940.
Een van de belangrijke figuren uit de begintijd van de BNMO was Arie Prins uit Heemstede, die in 1938 na een vliegtuigongeluk vanaf zijn middel verlamd was geraakt. Uit eigen ervaring wist hij daarom hoe belangrijk sport en beweging waren voor mensen in een rolstoel. ‘De morele steun van de sport is voor invaliden van een onschatbare waarde’, verklaarde hij. ‘We hebben de sport broodnodig, meer dan welk ander mens ook. Wanneer men een mens in een rolwagentje van een revalidatiecentrum naar zijn woning driehoog overbrengt, heeft hij weinig aan alles wat hij geleerd heeft. Dan zit hij daar, en zijn lot is verschrikkelijk!’
Prins richtte sportclub De Rollende Leeuwen op voor mensen in een rolstoel. In 1952 werd hij zelfs uitgenodigd door neuroloog Ludwig Guttmann om in het Engelse Stoke Mandeville mee te doen aan het eerste internationale gehandicaptensportevenement ooit, een verre voorloper van de huidige Paralympische Spelen. En zo weerklinkt ook hierlangs de echo van pioniers als Kroon, Pahud de Mortanges en Prins tot in onze tijd – in dit geval bij al die zorgverleners die sport en beweging inzetten bij het herstelproces van coronapatiënten





1952
1952