Sportjaar zonder podium
De afgebroken voetbalcompetitie
De Eredivisie van 2020 is officieel nooit uitgespeeld. Het is in het Nederlandse voetbal maar één keer eerder voorgekomen dat een lopende competitie in de hoogste klasse midden in het seizoen werd onderbroken.
We moeten terug naar de tijd vóór de invoering van het profvoetbal in Nederland, toen de Eredivisie nog niet bestond. Begin jaren vijftig had een groep voetballers gebroken met de Nederlandse competitie, omdat ze hier geen geld mochten verdienen met hun sport. Ze waren daarom professionals in het buitenland geworden. De KNVB was razend en schorste al die spelers voor Oranje. Alleen de spelers die in Nederland waren achtergebleven, allemaal amateurs, werden hiervoor geselecteerd. Het Nederlands elftal werd zo ernstig verzwakt.
Op 12 maart 1953 gebeurde er opeens iets heel bijzonders, kort na de Watersnoodramp. Om geld op te halen voor de slachtoffers kwam er een speciale Watersnoodwedstrijd van het Nederlands elftal tegen het nationale elftal van Frankrijk. Ook de Nederlandse profs werden opgeroepen. De meeste Oranje-spelers hadden elkaar nog nooit eerder gezien, maar tot verrassing van iedereen versloegen ze wel het officiële Franse elftal, nota bene in Parijs zelf. Dankzij die profs was het Nederlands elftal dus een stuk beter geworden.
Twéé voetbalbonden
Door die overwinning kregen de voorstanders van professioneel voetbal de wind in de rug. Zo konden de beste Nederlandse voetballers terugkeren naar eigen land. Daarnaast zouden ze weer beschikbaar worden voor Oranje. Toch volhardde de KNVB zijn verzet, wat leidde tot het unieke moment dat er op 20 december 1953 een twééde voetbalbond werd opgericht: de Nederlandse Beroeps Voetbal Bond (NBVB). Nooit eerder was de autoriteit van de KNVB zo openlijk aangevallen.
Enkele Amsterdamse zakenlieden haalden voldoende kapitaal op voor een eigen competitie met tien profclubs: Amsterdam, De Graafschap, Utrecht, Twentse Profs, Rotterdam, Den Haag, Alkmaar ’54, Venlo, Panta Rhei (later Fortuna ’54) en Rapid ’54. De tekengelden liepen op tot enkele duizenden guldens, wat een groot aantal spelers vanuit het amateurvoetbal lokte. Fortuna ’54 trok Cor van der Hart en Frans de Munck aan, Den Haag haalde Bertus de Harder terug vanuit Frankrijk.
Twéé competities
In september 1954 gingen er twéé nationale competities van start. De wedstrijden van de NBVB trokken veel publiek, waarmee de KNVB werd overvleugeld. Op 2 november was er eindelijk een goed gesprek tussen de bonden, die op 25 november tot een fusie leidde, overigens gewoon onder de naam KNVB. ‘Aan de voetbaloorlog, welke de Nederlandse sportwereld enkele maanden in beroering heeft gehouden, is voorgoed een einde gekomen,’ aldus de Drentsche Courant. ‘De sfeer van verbroedering en de wil om gezamenlijk het Nederlandse voetbal weer omhoog te brengen, heerste ook volledig op deze bijeenkomst. Aan alle kanten zag men blijde en tevreden gezichten, overtuigd als iedereen was dat met de getroffen regeling de KNVB en de NBVB en dus geheel voetballend Nederland het beste gediend is.’
Beide competities werden daarop stilgelegd, voor de laatste keer tot het coronajaar 2020. Op 28 november 1954 begon die nieuwe en gezamenlijke competitie, die uiteindelijk werd gewonnen door Willem II.





1954
1954