Sportjaar zonder podium
Problemen voor het profvoetbal
In dit coronajaar zijn veel profvoetbalclubs in grote problemen gekomen door de complete ineenstorting van de bezoekersaantallen. Door de oliecrisis dreigde het Engelse profvoetbal in 1974 ook al eens te bezwijken.
In 1973 en 1974 waren er niet alleen in Nederland autoloze zondagen. Hetzelfde gebeurde in andere Europese landen, waarvan het internationale voetbal meteen de gevolgen merkte. In België werden de wedstrijden in de hoogste divisie verplaatst van de zondag naar de zaterdag, wat volkomen nieuw was voor de competitie in dat land. De meeste lichtwedstrijden op de zaterdagavond in Engeland en Duitsland werden verboden in de periode van november tot en met eind januari, om zo energie te besparen. Ze werden verplaatst naar de zaterdagmiddag, al had het Engelse voetbal een voorkeur voor de zondagmiddag. Dat kon alleen niet vanwege een wet op zondagsheiliging, waardoor er niet op die dag gespeeld mocht worden in aanwezigheid van betalende toeschouwers. Zelfs onder druk van de oliecrisis werd vastgehouden aan deze wettelijke beperking.
Arsenal
Door deze gedwongen verplaatsingen vreesden veel Engelse clubs voor een enorme terugval in toeschouwersaantallen en daarmee in inkomsten. Ondertussen bleven de vaste lasten gelijk, net als in 2020 dus. Bij Arsenal waren er inderdaad opeens minder dan de helft van het aantal toeschouwers bij thuiswedstrijden dan normaal, wat alleen al op één wedstrijddag een verlies betekende van 70.000 gulden – in onze tijd vergelijkbaar met meer dan 110.000 euro. “Nog tien van zulke wedstrijden”, zei een clubwoordvoerder in paniek, “en het is met ons gebeurd.”
En ook de rest van het Engelse voetbal vreesde voor een faillissementsgolf als er niet snel iets veranderde, zo merkte Het Vrije Volk op 5 december 1973 op. De wedstrijden in aanloop naar de kerstdagen trokken 100.000 bezoekers minder dan normaal, een gigantische financiële klap. Als noodoplossing stelde de Britse voetbalbond een tijdelijke competitiestop voor tot de crisis was beëindigd, maar daar wilde Leeds United dan weer niets van weten, de enige club die nog wél volle stadions trok. Uiteindelijk heeft het Engelse profvoetbal deze enorme crisis overleefd, maar net als in het internationale voetbal van 2020 was de onderlinge solidariteit niet altijd even overweldigend.
Italië
Ook in Italië werden wedstrijden verplaatst vanwege de oliecrisis, maar als enige land leed het daarna niet onder een teruggang in het stadionbezoek tijdens de autoloze zondagen. Integendeel, want op de eerste speeldag in crisistijd was het drukker dan in de voorgaande weken. En dan sneeuwde en regende het die dag ook nog – iets waar een Italiaan helemaal niet van houdt. ‘Er is wel wat meer voor nodig dan een groep boze Arabische sjeiks die de oliekranen dichtdraait om een van de belangrijkste Italiaanse Industrieën, de voetbalsport, zwaar te treffen’, vatte Trouw deze bijzondere voetballiefde samen.
Aan het eind van de oliecrisis waren er méér toeschouwers geweest dan in de vergelijkbare periode van het jaar daarvoor! Om precies te zijn: na vijftien competitieronden waren er 396.450 toeschouwers méér naar de Italiaanse stadions gekomen dan in het seizoen daarvoor, met een recetteverhoging van 5,5 miljoen toenmalige guldens.
Die boodschap biedt misschien houvast voor alle voetballiefhebbers, die het in coronatijd zo zwaar hebben: ondanks alles zal er altijd een plek blijven bestaan waar hun sport zal blijven bloeien.





1974
1974