
Sportjaar zonder podium
“Deze 32 sportverhalen doen verlangen naar een nieuw, fantastisch sportjaar. Dat gaat er beslist komen”
Voorwoord
De jury die het Woord van het Jaar 2020 kiest, had dit jaar vast geen langdradige vergadering. En vermoedelijk blijft dat woord nog heel lang in ons collectieve geheugen opgeslagen. Het Woord van het Jaar 2019 ben ik eerlijk gezegd al lang weer vergeten. Kandidaten voor het woord van 2021 zijn er daarentegen in overvloed: openluchtconcert, toernooitreffer, Tokio-trofee, Verstappen-file, inhaalwedstrijd, sportkalender... Heerlijk om dergelijke woorden te bedenken, en er de vooruitzichten aan toe te voegen. Ik kan niet wachten.
Onlangs hoorde ik topzeilster Marit Bouwmeester op de radio vertellen over haar teleurstelling dat de Olympische Spelen vorig jaar geen doorgang vonden. De eerste weken na dat bericht had ze haar Laser radiaal niet aangekeken. Daarna was er weer ruimte in haar hoofd om na te denken over de Olympische Spelen 2021. Ze stelde zichzelf de vraag: als ik een jaar extra trainingstijd krijg, op welke punten kan ik me dan nog verbeteren, om komend jaar in Tokio nog beter aan de start te verschijnen? Ik vind dat een geweldige manier om de teleurstelling om te zetten in nieuwe energie, nieuw perspectief. Die mindset is misschien niet uniek voor de sport, maar is wel altijd zichtbaar bij sporters. En dat maakt sport zo machtig om aan deel te nemen, of naar te kijken.
Wie woorden zoekt voor dat nieuwe perspectief, voor die uitnodigende periode die voor ons ligt als de coronacrisis is bedwongen, is hier aan het goede adres. In deze uitgave zijn 32 verhalen gebundeld. Allemaal sportverhalen die doen verlangen naar een nieuw, fantastisch sportjaar. Dat gaat er beslist komen. En voor nu: lekker lezen – en een bemoedigende klap op je schouder om het nieuwe jaar in te gaan.
Bruno Bruins




1866
1887
1889
1914
1918
1919
1920
1924
1929
1938
1939
1940
1942
1943
1944
1945
1946
1948
1949
1951
1952
1954
1956
1969
1973
1974
1982
1987
2003
2020
Inleiding
Slotwoord
Interlands

Sportjaar zonder podium




Voorwoord
De jury die het Woord van het Jaar 2020 kiest, had dit jaar vast geen langdradige vergadering. En vermoedelijk blijft dat woord nog heel lang in ons collectieve geheugen opgeslagen. Het Woord van het Jaar 2019 ben ik eerlijk gezegd al lang weer vergeten. Kandidaten voor het woord van 2021 zijn er daarentegen in overvloed: openluchtconcert, toernooitreffer, Tokio-trofee, Verstappen-file, inhaalwedstrijd, sportkalender... Heerlijk om dergelijke woorden te bedenken, en er de vooruitzichten aan toe te voegen. Ik kan niet wachten.
Onlangs hoorde ik topzeilster Marit Bouwmeester op de radio vertellen over haar teleurstelling dat de Olympische Spelen vorig jaar geen doorgang vonden. De eerste weken na dat bericht had ze haar Laser radiaal niet aangekeken. Daarna was er weer ruimte in haar hoofd om na te denken over de Olympische Spelen 2021. Ze stelde zichzelf de vraag: als ik een jaar extra trainingstijd krijg, op welke punten kan ik me dan nog verbeteren, om komend jaar in Tokio nog beter aan de start te verschijnen? Ik vind dat een geweldige manier om de teleurstelling om te zetten in nieuwe energie, nieuw perspectief. Die mindset is misschien niet uniek voor de sport, maar is wel altijd zichtbaar bij sporters. En dat maakt sport zo machtig om aan deel te nemen, of naar te kijken.
Wie woorden zoekt voor dat nieuwe perspectief, voor die uitnodigende periode die voor ons ligt als de coronacrisis is bedwongen, is hier aan het goede adres. In deze uitgave zijn 32 verhalen gebundeld. Allemaal sportverhalen die doen verlangen naar een nieuw, fantastisch sportjaar. Dat gaat er beslist komen. En voor nu: lekker lezen – en een bemoedigende klap op je schouder om het nieuwe jaar in te gaan.
Bruno Bruins
“Deze 32 sportverhalen doen verlangen naar een nieuw, fantastisch sportjaar. Dat gaat er beslist komen”
1866
1887
1889
1914
1918
1919
1920
1924
1929
1938
1939
1940
1942
1943
1944
1945
1946
1948
1949
1951
1952
1954
1956
1969
1973
1974
1982
1987
2003
2020
Inleiding
Slotwoord
Interlands