Het vervolg

De voortgang

Een forse opgave

De aanleiding

“Als regiegroep kijken we positief terug op de afgelopen maanden. Het is een intensief proces geweest waarin de werkgroepen met veel betrokkenheid en inzet hebben gewerkt aan hun advies. Ook in de rest van de vereniging is er zowel op bestuurlijk niveau als vanuit de werkorganisaties van de bonden veel betrokkenheid getoond. We zijn als bonden medeverantwoordelijk voor het resultaat, dat is belangrijk voor het vervolgproces en het realiseren van de daadwerkelijke veranderingen. Wat betreft de regiegroep heeft de bureauorganisatie van NOC*NSF haar rol goed gepakt; initiatiefrijk, faciliterend en waar nodig sturend en aanjagend. Het is gelukt om urgentie voor dit veranderproces te creëren.

De regiegroep heeft hierin een bescheiden rol gespeeld. We hebben namens de Algemene Vergadering de opdracht gekregen om de voortgang te bewaken en te waarborgen dat het advies van de werkgroepen ook daadwerkelijk tegemoet komt aan de veranderopgaven en de intentie van de Veranderagenda. We hebben ons dus gericht op het proces en geen inhoudelijke discussies gevoerd. Die gesprekken vinden immers plaats in de werkgroepen.

We hebben een aantal belangrijke dingen geleerd:

• Een gedeelde verantwoordelijkheid komt zowel de inhoud als het proces ten goede
• Een goede rolverdeling en opdrachtformulering is essentieel 
• Het loont om als werkgroep stelling te nemen, advies te geven en het gesprek aan te gaan.
• Vragen moeten niet alleen gesteld, maar ook beantwoord worden.

De belangrijkste stap gaat echter nog komen; de implementatie van het advies. Het is nu van belang om druk om te ketel te houden en te zorgen dat er voortgang blijft. Dit proces is niet vrijblijvend, de doorontwikkeling van NOC*NSF is noodzakelijk.
Een routekaart kan hier goed bij helpen.”

Jan-Dirk van der Zee – KNVB
Joop Bongers – Sport Visserij Nederland
Simone Volmer – voormalig NBB

“Het proces van veranderopgaven tot opleveren advies was intensief en inspirerend en heeft tot gezamenlijke nieuwe inzichten geleid.

De ingewikkeldheid zat hem vooral in de diversiteit van de bonden, met name rondom thema’s als wel- of niet-olympisch, de omvang van de bonden en de mate waarin de bondsorganisaties professioneel georganiseerd zijn.”

“De samenwerking tussen sportbonden onderling en met NOC*NSF hebben naar mijn idee een flinke stap vooruit gemaakt. De intenties zijn goed, maar het mag nog wat efficiënter. De dienstverlening vind ik beter dan de afgelopen jaren, dus daarin wordt zeker progressie geboekt. Daarnaast kan NOC*NSF wel nog meer de rol van facilitator nemen als het bijvoorbeeld gaat om het beheer van generieke producten en diensten.”

“Als werkgroep hebben we als uitgangspunt genomen dat we geloven in de kracht van (de georganiseerde) sport. We zijn ervan overtuigd dat we Nederland samen sterker maken met de kracht van de georganiseerde sport. Vanuit die ambitie hebben we onze opdracht opgepakt. Geld is geen doel op zich, maar wel een belangrijk middel om ambities te kunnen verwezenlijken. Het gaat natuurlijk altijd eerst om de inhoud en dan pas om het geld. Maar geld is wel een randvoorwaarde om ons allen letterlijk en figuurlijk in beweging te houden

We zien dat onze samenleving voortdurend in beweging is. Dat vraagt ook van ons als sportbonden dat we meebewegen. We hebben in de afgelopen jaren gemerkt dat het meebewegen juist als het gaat om verdelen van geld erg moeizaam ging. Ik ben blij dat we met de nieuwe blik op het verdelen van middelen een eerste stap hebben gemaakt in het aanpassen van het model. Maar we zijn er nog niet. Na het toevoegen van het omzetcriterium is misschien nog wel veel belangrijker dat we oa voor het verdelen van geld ook de maatschappelijke waarde van de (georganiseerde) sport beter in beeld brengen.”

“Afgelopen jaar hebben we een hoopvolle start gemaakt op het gebied van samenwerking op gebied van sportparticipatie. Nu moeten we de volgende stap maken naar concretisering in plannen en opdrachten van de allianties (strategie, inhoud, financiën) en kwaliteit dienstverlening.

In algemene zin blijft het noodzakelijk om als Directeur/Manager Sportparticipatie aandacht te houden hoe we effectief bruggen bouwen tussen de Strategische Tafel met DM-ers en besturen/directies van sportbonden, allianties en themateams cq. Reviewgroepen. Andere (logische) aandachtspunten blijven:

• NOC*NSF mag nog meer dienend en faciliterend aan bonden zijn. Op niveau strategie, inhoud en middelen ligt er nog veel eindverantwoordelijkheid/ accordering bij management NOC*NSF.
• Helderheid over mandaat en inhoudelijke en financiële kaders in de diverse gremia zoals de Strategische tafel en vooral allianties.
• Motivatie, kwaliteit en geschiktheid projectleiders en programmamanagers.
• Gelijkwaardigheid: NOC*NSF blijft op formele en informele sleutelposities te veel terugvallen op dezelfde mensen en organisaties.”

“Aan alle kanten merk ik de goede intenties vanuit NOC*NSF richting sportparticipatie, maar tegelijk merk ik dat er nog wel uitdagingen zijn. Onder andere als het gaat over eigenaarschap en regie; het is denk ik goed om echt heel helder met elkaar te maken 'waar NOC*NSF van is' en 'waar de bonden van zijn'.”

“Het blijkt al enige jaren dat het erg lastig is om binnen onze vereniging tot een nieuwe invulling te komen van het verdelen van middelen. Complimenten voor hoe de werkgroep Middelenverdeling dit heeft aangepakt. De tijd die zij in dit intensieve traject hebben gestoken heeft onze waardering. Dit heeft voor het eerst in jaren geleid tot een wezenlijke aanpassing in het verdelen van de collectieve middelen.

Tegelijkertijd zijn we ook kritisch. Welke onbedoelde neveneffecten zullen optreden door het hanteren van het omzetcriterium. Is dit criterium het meest zuivere om tot een goede verdeling te komen? We begrijpen dat het in een veranderende samenleving belangrijk is om mee te bewegen en zoeken dan ook graag samen naar eerlijke en objectief meetbare verdeelgrondslagen die in lijn liggen met waar sportbonden voor bestaan. We hopen dat het nog uit te werken SROI model daarin een belangrijke doorbraak zal zijn. Uiteraard denken we daarin graag mee.”